Auteur: Willem Jan Goossen
Dossier: Klimaatadaptatie – Vluchten kan niet meer
Editors: Vincent van den Bergen en Rob Schoonman
Het gestructureerd ontwikkelen van klimaatadaptatiebeleid op Europees niveau kreeg een impuls rond 2008/2009. In deze periode viel ook de voorbereiding op de grote VN Klimaatconferentie in 2009 in Kopenhagen (COP 15), waarbij alle wereldleiders aanwezig waren.
Die aandacht was hard nodig want vlak daarvoor heeft het IPCC haar vierde Assessment Report gepubliceerd en dat laat er geen misverstand over bestaan dat de opwarming van het klimaatsysteem zorgwekkend is en dat dit voor een niet te ontkennen deel het gevolg is van menselijk handelen. Ook wordt duidelijk dat zelfs in een optimistisch best-case scenario – wat de beperking van de wereldwijde opwarming betreft – we onvermijdelijk met een sterke toename van de gevolgen van de klimaatdreigingen te maken zullen krijgen.
De noodzaak voor een Europese strategie werd ook ingegeven doordat een toenemend aantal EU-lidstaten zelf een eerste Nationale Adaptatie Strategie ontwikkelen en daarbij stuiten op grensoverschrijdende problematiek.
Europese Adaptatiestrategie I
In 2013 stelde de Europese Commissie haar eerste Europese strategie voor de aanpassing aan klimaatverandering vast. De strategie bindt alleen de Commissie zelf, maar de lidstaten en het Europees parlement geven aan met de Commissie samen te werken bij de implementatie ervan, waaronder door het opstellen van een nationale strategie.
De EU klimaatadaptatie-strategie richt zich sterk op het vergroten van de kennis over klimaatadaptatie en de samenwerking met en de ondersteuning van nationale en regionale overheden. Die focus komt mede doordat de gevolgen van klimaatverandering en de keuze van adaptatiemaatregelen sterk afhankelijk zijn van de lokale omstandigheden. Bovendien is het uiteindelijk vaak de lokale actor die besluit te investeren in klimaatadaptatie, waarbij meespeelt dat als die lokale actor ervoor kiest geen adaptatiemaatregelen te nemen, zij dan ook vooral zelf daarvan de negatieve gevolgen ondervindt. Daarmee onderscheidt klimaatadaptatie zich van klimaatmitigatie dat duidelijk een algemeen wereldwijd vraagstuk is, waar in principe iedereen die broeikasgassen uitstoot bijdraagt aan de wereldwijde opwarming, welke kan worden gemitigeerd als iedereen zich bindt in adequate afspraken over reductie van emissies en zich daaraan ook houdt.
De adaptatie strategie zich voorts op kennisontwikkeling en het mainstreamen van klimaatadaptatie in de EU-beleidsvelden zoals landbouw, water, transport.
European Green Deal
Na het verschijnen van het 5e IPCC Assessment Report (2014) en het Verdrag van Parijs (2015) nam de aandacht voor klimaatverandering sterk toe.
Het was dan ook een logisch gevolg dat de nieuwe Europese Commissie bij haar aantreden in december 2019 de European Green Deal als hoogste prioriteit presenteerde. Volgens de Commissie zetten klimaatverandering en milieu-aantasting de toekomst van Europa en de wereld op het spel. Het antwoord hierop moet zijn de omvorming van de EU tot een moderne, grondstofefficiënte en concurrerende economie met netto-uitstoot van broeikasgassen van nul tegen 2050, economische groei zonder uitputting van grondstoffen. En aandacht voor kwetsbare groepen: mensen en regio mogen nergens aan hun lot worden overgelaten.
In de Green Deal staat klimaatactie centraal. Een belangrijke stap op weg naar het doel om als EU in uiterlijk 2050 als eerste klimaatneutraal te zijn is het reduceren van de uitstoot van broeikasgassen met ten minste 55% in 2030 in vergelijking met 1990. Binnen de Commissie is uitvoerend vice-voorzitter Frans Timmermans belast met de implementatie van de European Green Deal en is ook zelf direct verantwoordelijk voor het klimaatbeleid.
Europese Klimaatwet
In de European Green Deal worden een groot aantal wetsvoorstellen, strategieën en actieplannen aangekondigd. Bijzonder is dat nu ruim drie jaar later al die voorstellen zijn gerealiseerd. Een van de eerste belangrijke mijlpalen is de Europese Klimaatwet, die zomer 2021 door de Raad en het Parlement is vastgesteld. De Europese Klimaatwet legt de afspraken van het Verdrag van Parijs voor de EU vast, zowel voor klimaatmitigatie als voor klimaatadaptatie. Ook de doelstelling om de EU in 2050 de netto emissie van broeikasgassen tot nul terug te brengen, is daarin opgenomen, evenals de stappen die nodig zijn om daar te komen. Op basis daarvan worden afspraken nu verder tot verplichting uitgewerkt, zoals het Fit for 55-pakket.
Europese Adaptatiestrategie II
Een andere belangrijke mijlpaal onder de European Green Deal is de vaststelling op 24 februari 2021 door de Commissie van de nieuwe EU Strategie voor de aanpassing aan klimaatverandering: COM (2021)82 Forging a climate-resilient Europe – the new EU Strategy on Adaptation to Climate Change. De nieuwe strategie is mede gebaseerd op de evaluatie van de eerste klimaatadaptatiestrategie, een impact-assessment van de nieuwe strategie en een publieke consultatie.
In de strategie wordt onderkend dat nu al een sterke toename te zien is in het aantal slachtoffers en de schade ten gevolge van de klimaatverandering. En dat, bij verdere toename van de wereldwijde opwarming de gevolgen snel ernstiger worden. Zelfs bij een gemiddelde toename met 1.5 graad en zeker met 2.0 graden Celsius, zal zonder klimaatadaptatie het aantal slachtoffers en de omvang van de schade sterk stijgen. Dit werd ook bevestigd in de studie PESETA IV
die het Europese Joint Research Centre aan de vooravond van de nieuwe strategie uitbracht. Bovendien is er alle reden om nu op grote schaal te investeren in klimaatadaptatie. De economische prikkel is dat het vele malen goedkoper is om meteen bij de aanleg en onderhoud van infrastructuur of bij de keuzes voor landgebruik en ruimtelijke ontwikkeling rekening te houden met toekomstige klimatologisch omstandigheden. Anders moet dat in de toekomst alsnog worden bewerkstelligd door infrastructuur, woonwijken te beschermen tegen overstroming of droogte. Of bijvoorbeeld bij natuur en bos het verlies te nemen waar deze niet tijdig bestand zijn gemaakt tegen brand. Ook effecten voor de gezondheid krijgen nu meer aandacht dan in het verleden.
In de EU Klimaatadaptatie Strategie is de lange termijnvisie dat in 2050 de Europese Unie een klimaatveerkrachtige maatschappij zal zijn, volledig aangepast aan en bestand tegen onvermijdelijke gevolgen van klimaatverandering. De strategie richt zich op de realisatie van die 2050 visie door klimaatadaptatie slimmer, meer systemisch en sneller aan te pakken en door het versterken van internationale actie.
De strategie besteedt wederom veel aandacht aan het samenwerken met en het ondersteunen van lidstaten. Veel initiatieven zullen in samenwerking met de lidstaten worden ontwikkeld, bijvoorbeeld bij het uitbrengen van nieuwe richtsnoeren voor de ontwikkeling van nationale klimaatadaptatiestrategieën en -plannen. Ook zijn zij betrokken bij de dialogen met banken en verzekeraars over de toename van onverzekerd onroerend goed ten gevolge van klimaatverandering. Daarnaast is er via de Horizon Europe missie klimaatadaptatie veel steun voor regio’s en gemeenschappen. Doel is dat tenminste 150 van dergelijke projecten steun ontvangen om voor 2030 klimaat-veerkrachtig te worden. Speciale aandacht gaat uit naar de uitvoering van klimaatrisico-analyses, het ontwikkelen van routes om klimaatveerkrachtig te worden en het testen en toepassen van innovatieve oplossingen. Tenslotte zullen ook via het ‘Europees Burgemeestersconvenant’ en het ‘Europees klimaatpact’ lokale overheden en inwoners betrokken zijn bij klimaatadaptatie.
Climate-ADAPT online platform
Bij dit geheel speelt het online platform Climate-ADAPT een belangrijke rol. Dit platform bevat onder andere een overzicht van al het EU sectorale beleid, profielen van alle Europese landen, de Adaptation Support Tool, de European Climate Data Explorer en een database met case studies, richtsnoeren, publicaties, onderzoeksprojecten, informatieportalen, rapporten en een lijst met adaptatie opties. Ook is onder het platform een ‘Europese waarnemingspost voor klimaat en gezondheid’ gelanceerd.
Grensoverschrijdende samenwerking binnen en buiten Europa
De Commissie hecht belang aan het stimuleren van grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van klimaatadaptatie, zowel binnen Europa als met de landen die grenzen aan Europa, en ook breder internationaal. Speciale aandacht gaat uit naar het verder versterken van de bestaande samenwerking op het niveau van stroomgebieden, regionale zeeën en EU macro-regio’s.
De doelstelling ‘Intensivering van de internationale actie voor klimaatbestendigheid’ in de strategie is nieuw. De Commissie zal ondersteuning van de ontwikkeling en uitvoering van nationale adaptatieplannen in de partnerlanden van de EU intensiveren. Dat er op gebied van klimaatadaptatie al het nodige gebeurt, blijkt uit het feit dat 54% van het budget van 23 miljard EUR dat de EU en haar lidstaten in 2021 hebben bijgedragen aan internationale publieke klimaatfinanciering, was toegewezen aan maatregelen voor aanpassing aan de klimaatverandering of transversale acties. Daarnaast heeft de EU zich ook aangesloten bij en financiële steun verleend aan verschillende internationale aanpassingsinitiatieven, zoals Adaptation without Borders en het Africa-Adaptation Initiative.
Nature based solutions
Veel aandacht gaat ook uit naar de promotie van Nature Based Solutions voor klimaatadaptatie. Dit sluit zeker goed aan bij de aandacht die ook Nederland hieraan geeft. Deze oplossingen hebben als kenmerk dat door herstel van ecosystemen de veerkracht van het hele gebied om met verschillende soorten klimaatdreigingen om te gaan, wordt vergroot. Herstel van ecosysteem helpt om ook andere diensten te leveren, zoals schoon en voldoende water, het vastleggen van koolstof in de bodem, herstel van de biodiversiteit en verbeteren van de luchtkwaliteit.
Zoet water heeft in de strategie speciale aandacht gekregen. De extreem droge zomers van de afgelopen jaren in Europa, benadrukken de noodzaak van ingrijpende maatregelen om ook in de toekomst voldoende zoetwater van goede kwaliteit te hebben. Watergebruik moet sterk worden verminderd. Met name voor de landbouw is dit een uitdaging, waar zij nog de grootste gebruiker is. Belangrijk wordt de aanpassing van het landgebruik, het op grote schaal herstellen van de natuurlijke sponswerking van het landschap en herstel van de bodemkwaliteit. Dat kan door het verhogen van grondwaterstanden en herstellen van wetlands in en langs de haarvaten van het watersysteem.
In juli 2021 heeft de Commissie de vernieuwde richtsnoeren voor het klimaatbestendig maken van infrastructuur uitgebracht. Toepassing van deze richtsnoeren is verplicht voor infrastructuurprojecten die met EU-geld ge(co)financierd worden. Daarnaast werkt de Commissie nauw samen met het Europees Milieuagentschap aan de ontwikkeling van een eerste Europese klimaatrisicobeoordeling, die naar verwachting in het voorjaar van 2024 zal worden gepubliceerd.
Samengevat
De nieuwe EU Klimaatadaptatie Strategie en de Europese Klimaatwet bieden de basis voor de ambitie en samenhang voor klimaatadaptatie. De wet verplicht de EU en haar lidstaten om stelselmatig het adaptieve vermogen te laten toenemen, veerkracht te versterken en kwetsbaarheid voor klimaatverandering te verminderen. De EU-instituties en de lidstaten dienen te zorgen voor coherentie in het adaptatiebeleid, elkaar wederzijds te ondersteunen en adaptatie te mainstreamen in alle beleidsvelden. De Commissie dient voor 30 september 2023 (en elke vijf jaar daarna) te rapporteren of de voorgenomen maatregelen in lijn zijn met de gevraagde vooruitgang. Met de nieuwe EU Klimaatadaptatie-strategie heeft de Commissie aangegeven langs welke weg en met welke oplossingen zij deze vooruitgang werkelijkheid wil laten worden.
Daar wordt dagelijks aan gewerkt.
Willem Jan Goossen werkt sinds 2020 als gedetacheerd nationaal deskundige bij DG Klimaat Actie van de Europese Commissie. Hij werkt daar aan klimaatadaptatie. Is gedetacheerd vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, waar hij onder andere werkte als programmamanager Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie, secretaris van de adviescomité Water en plv. programmadirecteur Deltaprogramma rivieren. Studeerde biologie aan de Universiteit Utrecht in Nederland.