Auteur: Vincent van den Bergen
Dossier: Klimaatadaptatie – Vluchten kan niet meer
Editors: Vincent van den Bergen en Rob Schoonman
COP27 Reaches Breakthrough Agreement on New “Loss and Damage” Fund for Vulnerable Countries”
Zo luidt de kop van het nieuwsbericht dat werd vrijgegeven direct na afsluiten van de verlengde onderhandelingsronde in Sharm-el-Sheikh. Dat lijkt het belangrijkste resultaat te zijn van ruim twee weken onderhandelen en een jaar lange voorbereiding.
Er gebeurde meer. Klimaattoppen verlopen vaak chaotisch. Maar ook in deze huidige moeilijke geopolitieke constellatie leverde deze VN Conferentie van Partijen (COP) toch uiteindelijk meerdere belangrijke besluiten op (https://unfccc.int/cop27/auv). De afspraak uit Parijs 2015 dat de wereldwijde temperatuurstijging moet worden beperkt op 1,5 graad Celsius boven pre-industrieel niveau, werd bevestigd. Benadrukt is opnieuw dat emissies van broeikasgassen moeten worden gereduceerd, dat aanpassing aan onontkoombare gevolgen van klimaatverandering moet worden geïntensiveerd en dat meer financiële ondersteuning, technologie en opbouw van kennis en capaciteit hard nodig is.
Toch heerst er geen tevredenheid, er wordt ook wel gesteld dat er een jaar verloren is. De gewenste versnelling met scherpere doelen heeft geen concreet resultaat opgeleverd. Ook de discussie over het uitfaseren van fossiele brandstoffen werd beslecht in het voordeel van landen die deze brandstoffen leveren.
“Loss and Damage”
Er wordt nu wel gesteld dat de top zo weinig opleverde op het vlak van de belangrijke emissiereductie, vooral omdat het vergoeden van klimaatschade de agenda domineerde. Deze discussie over schade, het dossier “Loss and Damage”, speelt al jaren een rol op de achtergrond in de onderhandelingen, maar werd nu met volle kracht ingezet door de ontwikkelingslanden samen met China. Geen verdere toezeggingen van die kant zonder boter bij de vis op “Loss and Damage”.
Nu bestaan er al wel een aantal financiële mechanismen om ontwikkelingslanden te ondersteunen bij de aanpak van klimaatverandering. Zo is er al jaren een Green Climate Fund en er is geld beschikbaar voor mainstreaming van aanpassing (climate adaptation) bij het GEF (Global Environment Facility; fonds voor ondersteuning implementatie VN milieuverdragen). Regeringen besloten, ook nu weer, tot het beschikbaar stellen van fondsen. Ook Nederland draagt hieraan in belangrijke mate bij. Maar het vergoeden van moeilijk te onderscheiden klimaatschade in ontwikkelingslanden, zorgde steeds voor grote terughoudendheid bij potentiële betalers, zijnde de ontwikkelde landen.
Maar door dit aspect expliciet op de agenda te zetten en daarover een besluit te nemen, lijkt een belangrijke stap gezet. Zoals Simon Stiell, uitvoerend Secretaris bij het VN Klimaatverdrag, het verwoordde “This outcome moves us forward. We have determined a way forward on a decades-long conversation on funding for loss and damage, deliberating over how we address the impacts on communities whose lives and livelihoods have been ruined by the very worst impacts of climate change”.
Regeringen werden het ook eens over het instellen van een “overgangscomité” om aanbevelingen te doen over bijdragen aan de fondsen en de mogelijkheden hiervan gebruik te maken. Het voorstel voor het nu al zo genoemde “schadefonds” was in eerste instantie ingebracht door de EU, echter aanvankelijk onder voorwaarde dat er ook vorderingen zouden worden gemaakt op pad van het reduceren van de uitstoot van broeikasgassen. Uiteindelijk is deze koppeling, deze voorwaarde losgelaten. Dit lijkt op het eerste gezicht een nederlaag in de onderhandeling. Echter wat er nu is overeengekomen is een “fonds” als zodanig, waarin nog geen geld zit en waarvan de modaliteiten nog moeten worden ingevuld. Het is dus tegelijkertijd zowel een wortel als een stok. Immers nu zal blijken dat bijvoorbeeld China, dat zich tot nu toe nog associeerde met de groep van G77 (ontwikkelingslanden), als grootste (ook historische) vervuiler, zal moeten meebetalen. En het zal zo ingevuld gaan worden dat rijke landen uit de G77, bijvoorbeeld Saudi-Arabië, niet in aanmerking komen voor uitkering uit dit fonds, dat slechts gericht zal zijn op de armste of meest kwetsbare landen. Het is dus een werkelijk betekenisvolle stap, waarvan het belang niet kan worden gebagatelliseerd. Het beoogde “overgangscomité” zal al voor eind maart 2023 bijeenkomen.
Klimaatadaptatie
COP27 liet meer vooruitgang zien op het gebied van adaptatie. Zo werd overeenstemming bereikt over te boeken voortgang met de zogenoemde Global Goal on Adaptation. In COP28 moet daarmee een beeld zijn verkregen hoe de veerkracht en weerbaarheid in relatie tot klimaatverandering bij de meest kwetsbare groepen het best kunnen worden bevorderd.
Voorts werden er nieuwe bijdragen toegezegd voor het Adaptation Fund, in totaal USD 230 miljoen, bedoeld voor concrete adaptatie oplossingen. Daarnaast kondigde COP27 voorzitter Sameh Shoukry de Sharm-el-Sheikh Adaptation Agenda aan, eveneens gericht op hulp bieden bij het weerbaar maken van gemeenschappen die het meest kwetsbaar zijn voor klimaatverandering. Het ‘UN Climate Change Standing Committee on Finance’ is gevraagd een rapport op te stellen gericht op verdubbeling van financiering voor adaptatie, dat op COP28 in 2023 moet worden gepresenteerd.
Tot slot mag niet onvermeld blijven dat UN Secretary-General António Guterres een plan aankondigde – waarmee USD 3.1 billion is gemoeid – dat binnen vijf jaar een systeem moet opleveren aan de hand waarvan iedereen op deze planeet tijdig kan worden gewaarschuwd voor gevaarlijke weersextremen.
Al met al lijkt er met deze uitkomsten, voor de adaptatiekant van de klimaatmedaille, vooruitgang te zijn geboekt. Dat is ook wel hard nodig nu de gevolgen van klimaatverandering voor steeds meer mensen dagelijkse realiteit worden.
Vincent van den Bergen gaf onder meer leiding aan mondiaal milieubeleid, waaronder klimaatbeleid bij het ministerie van VROM, later het ministerie van Infrastructuur en Milieu.