Een persoonlijk relaas van Carl Grasveld
In dienst van MONUC
In 2002 vertrok ik naar de DR Congo als medewerker voor de VN afdeling Vredesmissies naar de missie MONUC, zoals die toen nog heette. Ik werd geplaatst in Kalemie, een stad aan de oevers van het Tanganyika meer in het oosten van het land, als Deputy Chief Supply Section. De stad Kalemie en omgeving waren bezet door het leger van Rwanda, één van de legers die het land hadden bezet en in feite hadden verdeeld. In de sector Oost, zoals het toen werd genoemd, zaten legers uit Rwanda, Zimbabwe, Oeganda en Burundi. Wij, MONUC, konden ons vrij bewegen in de stad Kalemie, maar daarbuiten was het onmogelijk, dat gebied werd weer door een rebellengroep bezet, waardoor er geen mogelijkheid was de stad te verlaten.
Er lag een spoorlijn, maar 25 kilometer buiten de stad was een brug opgeblazen, dus de trein kon niet verder dan die 25 kilometer. Elke zondag werd wel de locomotief opgestart en werd het ritje van 25 kilometer op en neer gereden, voor het geval dat in de toekomst de brug kon worden gerepareerd en de spoorlijn weer in functie zou kunnen worden gebruikt. Het postkantoor was ook elke dag open en je kon er postzegels kopen. De post werkte echter niet meer en het personeel werd niet betaald, maar kwam wel elke dag opdagen in de hoop dat op het moment er vrede zou komen zij weer gewoon in dienst zouden worden genomen.
Ik “woonde” in die tijd in Hotel Du Lac aan de oevers van het Tanganyika meer. Het mooiste van het hotel was de naam: er was geen elektriciteit en geen water. ’s Ochtends hoefde ik de wekker niet te zetten, want om 6 uur ’s morgens kwam het Rwandese leger al marcherend en zingend voorbij. Aan het T-shirt van de kok van het hotel kon ik aflezen wat het menu was van de laatste paar dagen, want hij veegde zijn vingers altijd af op zijn T-shirt.
Op een gegeven moment werd er een vredesovereenkomst getekend door alle landen die betrokken waren in de oorlog in de DR Congo. Een van de belangrijkste onderdelen hiervan was dat alle buitenlandse legers het land zouden verlaten.
Rwanda en kobalt
Dit gedeelte van de DR Congo werd bezet door een leger van ongeveer 30.000 soldaten uit Rwanda, volgens de schattingen van de VN. Deze legermacht hield en houdt zich nog steeds zich ook bezig met de winning van kobalt in de buurt van de plaats Manono. Hoe belangrijk die winning is, werd ook duidelijk omdat daar een vliegveld is aangelegd. Voor die winning worden vooral kinderen gebruikt (misbruikt).
Toen ongeveer 15.000 Rwandese soldaten het land hadden verlaten, juichte de hele wereld. Maar wij (MONUC) wisten dat er in de streek rond Kalemie toch echt 30.000 Rwandese soldaten aanwezig waren, dus waar waren die andere 15.000? Die hadden de opdracht gekregen te assimileren met de plaatselijke bevolking: de taal te leren, te trouwen met de plaatselijke vrouwen en kinderen te krijgen. Dat is ze dan ook prima gelukt. (Daar kan het IND nog wat van leren)
Doel van deze operatie was en is de winning van kobalt veilig te stellen. Elke dag, tot de dag van vandaag, vliegt er een vliegtuig (zonder enige belettering) vanuit Manono in de DR Congo naar Kigali, de hoofdstad van Rwanda, vol met kobalt. Rwanda is de grootste exporteur in de wereld van kobalt, terwijl er geen gram kobalt in dat land wordt gevonden.
Rwanda krijgt in de wereld veel lof over de economische ontwikkeling van het land na de genocide, maar men vergeet er strategisch bij te vermelden dat dit gebeurt over de ruggen van de kinderen in de DR Congo, die het kobalt onder erbarmelijke omstandigheden en onder dwang moeten winnen in hun land. En breder, dat dit gebeurt over de ruggen van alle andere inwoners van DR Congo, omdat de bevolking, b.v. via belastinginning, op geen enkele manier de vruchten plukt van zijn grondstoffenrijkdom. De wereld vergeet gemakshalve over ‘succesverhaal’ Rwanda ook hoe de president zich als een dictator gedraagt en het volk onder druk zet.
Kwaad
Ik kan me zo ontzettend kwaad maken over de term “economische vluchtelingen”. Mensen vluchten niet zomaar en als ik in het Oosten van de DR Congo zou wonen en mijn kinderen zouden onder erbarmelijke omstandigheden worden gedwongen door buitenlandse troepen om kobalt te winnen, zou ook ik proberen te vluchten naar betere oorden.