VN-vredesmissies verliezen aan steun, het concept is sleets geraakt, zien Simone Filippini en Kees Matthijssen. Nederland kan bijdragen aan innovatie.
Gepubliceerd op 7 januari 2024 in NRC
Bijzondere ontmoetingen
De laatste blauwhelmen hebben Mali verlaten, de laatste militaire bases zijn overgedragen aan het nationale leger: op 31 december kwam er een einde aan Minusma, een van de grootste VN-missies. Tien jaar na de oprichting eindigde de missie, omdat de militaire machthebbers in het Sahel-land om het vertrek van de buitenlandse troepen hadden verzocht.
Een paar dagen daarvoor, op 19 december, besloot de VN-Veiligheidsraad militairen van de missie in de Democratische Republiek Congo (DRC) terug te trekken. Monusco, dat sinds 1999 in het land actief is, wordt door de regering als niet efficiënt beschouwd in de strijd tegen rebellengroepen en wordt daarom geleidelijk afgebouwd.
Het jaarlijkse rapport Alert 2023! van Reliefweb, een dienst van OCHA, de VN-organisatie die humanitaire hulp coördineert, liet zien dat er in 2022 wereldwijd liefst 33 gewapende conflicten waren. In 2023 kwamen er daar nog enkele bij. Tegelijkertijd roept het einde van de grote VN-missies vragen op hoe stabiliteit en vrede in de toekomst bewaakt kunnen worden. Een spoedig einde van conflicten als in Oekraïne, Gaza en Soedan is op dit moment moeilijk voor te stellen, maar de gevechten en bombardementen zullen op enig moment stoppen of verminderen.
Het zal de taak van de internationale gemeenschap zijn om in dat geval de wapenstilstanden te bevorderen, vredesprocessen te ondersteunen en de (hopelijk) vrede te bewaken. De Verenigde Naties hebben met hun internationale missies de afgelopen decennia een cruciale rol gespeeld en veel ervaring opgedaan met het opbouwen en handhaven van stabiliteit en vrede. VN-vredesoperaties hebben volgens studies daadwerkelijk bijgedragen aan het voorkómen van burgerslachtoffers, het verkorten van conflicten en het bewaken van vredesovereenkomsten.
Buitenlandse inmenging
Tegelijkertijd klinkt er veel kritiek op vredesoperaties, vanwege slecht uitgewerkte mandaten, bureaucratie, mismanagement, gebrek aan actie om burgers te beschermen, onderfinanciering en financiële malversaties. Veel huidige conflicten duren bovendien lang, zijn complex of hebben geen duidelijk eindpunt, waardoor de inzet van internationale troepen niet gemakkelijk is en niet aan de – soms weinig realistische – verwachtingen kan voldoen. In toenemende mate beschouwen machthebbers een VN-missie ook als buitenlandse inmenging en geven zij de voorkeur aan de inzet van huursoldaten.
Wie kan als neutrale actor tussen strijdende partijen optreden als de vredesmissies wegvallen?
Mede hierdoor is het concept van VN-operaties de laatste jaren in een crisis beland. In de DRC en Mali hebben de missies de steun van de bevolking en de regeringen verloren. En ook in Zuid-Soedan en de Centraal Afrikaanse Republiek bestaan er twijfels over de effectiviteit van de missies.
Tegelijk is de VN-Veiligheidsraad door de toegenomen spanningen op het wereldtoneel en groeiende geopolitieke tegenstellingen nauwelijks nog in staat om overeenstemming te bereiken en tot de oprichting van vredes- of stabilisatiemissies te besluiten. Juist in een tijd dat vredeshandhaving belangrijker is dan in de decennia hiervoor, is de realisatie ervan moeilijker geworden.
Dit is een punt van grote zorg. Wie kan als neutrale actor tussen strijdende partijen optreden als de VN-vredesmissies wegvallen?
De toekomst van VN-operaties is onzeker. Ruim 75 jaar na de eerste missie – opgericht in 1948 om een bestand tussen Israël en Arabische landen te monitoren – is het noodzakelijk om na te denken over de rol van de internationale gemeenschap bij het bewaken en bewaren van de vrede in de toekomst.
Bijzonder belang
Gezien de grote onrust aan of dicht bij zijn grenzen – de oorlogen in Oekraïne, Gaza en Syrië, de spanningen over Nagorno-Karabach tussen Azerbeidzjan en Armenië, de conflicten in verschillende Afrikaanse landen – heeft Europa een bijzonder belang bij effectieve vredeshandhaving. Het is daarom nu het moment om na te denken hoe VN-missies op een gegeven moment een rol zouden kunnen spelen in deze gebieden. Nederland kan als invloedrijke en betrokken lidstaat van de VN werken aan het ontwikkelen van innovatieve concepten voor missies.
Toekomstige operaties zullen flexibeler moeten zijn en beter aansluiten bij de specifieke dynamiek van elk conflict. In plaats van het sturen van buitenlandse troepen is meer aandacht nodig voor actie in een vroeg stadium, nog voor het uitbreken van een gewelddadig conflict. In dit verband kan het nodig zijn om eerst kleine, politieke missies op te richten om serieuze kennis over een land op te bouwen, en vertrouwen bij politieke leiders en bevolking te winnen. Zo wordt het makkelijker voor blauwhelmen om, indien nodig, effectief de vrede te handhaven en de burgerbevolking te beschermen.
Ook mensenrechten zullen een belangrijke component moeten vormen van toekomstige VN-missies. Schendingen van mensenrechten zijn vaak een aanleiding voor conflicten of het versterken ervan. Als zij niet worden gerespecteerd, dreigt een spiraal van haat en wraak. VN-missies zullen daarom manieren moeten bedenken om mensenrechten effectiever te beschermen, bijvoorbeeld door schendingen sneller te onderzoeken en beter samen te werken met de rechtspraak van een land of instituties als het Internationaal Strafhof.
Ten slotte zal de VN de lokale bevolking nog sterker moeten betrekken bij de oprichting van een missie. Uitgebreide consultaties vooraf, directe communicatie met de vele verschillende groepen in een samenleving en goed functionerende procedures voor klachten zijn een voorwaarde voor de steun van de bevolking. Dit zal bovendien bijdragen aan een veel beter begrip van de situatie.
Ruim 75 jaar na de oprichting van de eerste VN-vredesmissie en het ontstaan van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens staan beide onder druk. Deze grote innovaties van de twintigste eeuw moeten toekomstbestendig worden gemaakt. De wereld van vandaag schreeuwt erom.