Auteur: Rob Schoonman
Dossier: Klimaatadaptatie – Vluchten kan niet meer
Editors: Vincent van den Bergen en Rob Schoonman
De Nationale klimaatadaptatiestrategie (NAS) zet de koers uit voor aanpassing aan het veranderende klimaat en het gezamenlijk werk maken daarvan in Nederland. De eerste versie van de NAS verscheen in 2016 en de bedoeling is in 2026 een nieuwe NAS uit te brengen. In 2022 is daartoe de NAS, in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, geëvalueerd. Daaruit kwamen aanbevelingen om de uitvoering van de NAS te versnellen door doelen concreter te maken, meer te monitoren en duidelijkere afspraken te maken, maar ook door meer te kijken naar de impact van klimaatverandering op mens, cultuur en natuur.
Om de NAS te versnellen is eind 2023 het Nationaal Uitvoeringsprogramma Klimaatadaptatie (NUPKA) uitgebracht. Het NUPKA laat zien welke aanpak al in gang is gezet voor de komende jaren én welke extra maatregelen er nodig zijn. Het document laat daarmee zien hoe de uitvoering van de NAS wordt aangepakt en wat nodig is om te versnellen. Er staat bijvoorbeeld in dat we vanaf nu bij elke ontwikkeling in Nederland standaard rekening moeten houden met zeespiegelstijging, toenemende hitte, langere periodes van droogte en meer extreme neerslag. Verder moet het beleid om Nederland op tijd klimaatbestendig te maken, slimmer, intensiever en inclusiever. Ook is er aandacht voor de opgaven en maatregelen in Caribisch Nederland.
Dit Uitvoeringsprogramma is door het huidige demissionaire kabinet uitgebracht. De partijen die op dit moment (januari 2024) onderhandelen over een nieuw kabinet hebben zich tot nu toe niet laten kennen als stevige pleitbezorgers van een nationaal klimaatadaptatiebeleid. Er moet derhalve worden afgewacht hoe voortvarend de uitvoering van het NUPKA ter hand zal worden genomen. Aan de opstellers van het NUPKA zal dat niet liggen: die staan in de startblokken! De redactie van het VN Forum Klimaatadaptatie ‘Vluchten kan niet meer’ acht het met hen op Kennisportaal Klimaatadaptatie gepubliceerde interview de moeite van een bredere verspreiding waard. Het is hierna met instemming van betrokkenen overgenomen. Onze redactie zal de politieke ontwikkeling ten aanzien van het beleid inzake klimaatadaptatie in Nederland in de komende maanden nauwkeurig volgen en waar relevant aanvullende informatie publiceren.
Overigens: het Nationaal Uitvoeringsprogramma Klimaatadaptatie, de KNMI-klimaatscenario’s (2023) en de herijking van de klimaatrisico’s (2025) zijn bouwstenen voor de nieuwe NAS. Deze wordt naar de huidige verwachting in 2026 uitgebracht. In deze nieuwe NAS komen onder andere een langetermijnvisie voor 2100 en bijpassende concrete doelen voor 2040-2050 te staan. Ook zal er meer aandacht komen voor rechtvaardigheid, natuur en cultuur.
Rob Schoonman stond bij het ministerie van VROM, later het ministerie van Infrastructuur en Milieu, aan de wieg van de Nationale en Europese beleidsontwikkeling voor klimaatadaptatie. Hij was ministerieel coördinator van het programma ‘Kennis voor Klimaat’ en droeg in opdracht van het ministerie bij aan kennisdeling op klimaatterrein met Indonesië en Vietnam.
Nieuw Uitvoeringsprogramma Klimaatadaptatie laat zien wat er loopt en stelt prioriteiten
Gepubliceerd 15 december 2023 op Kennisportaal Klimaatadaptatie
Het gaat de goede kant op met klimaatadaptatie in Nederland, maar het moet sneller en de coördinatie moet beter. Dat kwam vorig jaar uit de evaluatie van de Nationale Klimaatadaptatiestrategie (NAS). In antwoord daarop is het Nationaal Uitveringsprogramma Klimaatadaptatie (NUP KA) opgesteld, dat in november is goedgekeurd door de ministerraad. Wat is hier bijzonder aan en wat staat erin? Een dubbelgesprek met twee betrokkenen van het ministerie van IenW.
Van dijkversterking tot richtlijnen voor de aanleg van blauwgroene wijken en van hitteplannen tot een kennisprogramma over zoute landbouw: er gebeurt in Nederland van alles op het gebied van klimaatadaptatie. “Voor het eerst hebben we alle acties en programma’s samengebracht in één document”, vertelt NAS-coördinator Chantal Oudkerk Pool. “We kregen het signaal dat het voor mensen buiten de rijksoverheid niet meer te volgen was wat er allemaal loopt of aan zit te komen. Dat overzicht geeft dit uitvoeringsprogramma. Ons helpt het ook in het bepalen van onze koers: pas als je overzicht hebt wat er gebeurt, kun je zien wat er nog ontbreekt en waar je extra op moet inzetten.”
“Om Nederland sneller klimaatbestendig te maken, heeft het NUP KA drie uitgangspunten”, vertelt Elze van Langen, beleidsmedewerker klimaatadaptatie. “Het beleid moet slimmer, intensiever en inclusiever.”
Heel kort en bondig, maar wat bedoelen jullie daarmee?
Elze: “Met slimmer bedoelen we dat we kennis beter toegankelijk en toepasbaar willen maken. Intensiever houdt in dat klimaatadaptatie altijd standaard een plek moet krijgen binnen de ruimtelijke ordening en binnen de grote transities, zoals de energietransitie. En inclusiever betekent: klimaatadaptatie voor en door iedereen. Het concept klimaatrechtvaardigheid is daarbij heel belangrijk.”
Klimaatrechtvaardigheid?
Chantal: “In Nederland zijn we voorheen nooit zo bewust bezig geweest met de vraag of kosten en baten van klimaatadaptatie wel eerlijk verdeeld zijn. Er zijn bijvoorbeeld allerlei subsidies voor de verduurzaming van huizen, maar daarvan profiteren vooral huiseigenaren die een spaarpotje hebben om in hun woning te kunnen investeren. Daarmee lopen we het risico dat de mensen met de lagere inkomens achterblijven in overstromings- of verzakkingsgevoelige huizen, of in de stenige hitte-eilanden zonder zonwering.
Rechtvaardigheid gaat om vragen als: hebben we de juiste mensen betrokken bij het bepalen van het beleid? Wie heeft er toegang tot informatie en profiteert van maatregelen, en wie draagt juist de lasten of kan niet meekomen? Wat kunnen we doen om het eerlijker te maken?”
Hoe gaat het nieuwe uitvoeringsprogramma daarbij helpen?
Elze: “Op basis van die drie uitgangspunten – slimmer, intensiever en inclusiever – hebben we in het programma vijf prioriteiten aangewezen. Onder meer over het formuleren van concrete doelen en over het betrekken van een brede groep mensen om te adviseren over de invulling van de NAS. Maar ook over het verkennen van mogelijkheden om de financiering van klimaatadaptatie te verbreden.”
Chantal: “Die prioriteiten zo helder op een rij, dat is het nieuwe aan dit uitvoeringsprogramma. Daarom is het ook zo mooi dat die nu zijn vastgesteld door de ministerraad. Tegelijkertijd vind ik het ook wel spannend dat het nu zwart op wit staat. Sommige vraagstukken zijn heel complex, bijvoorbeeld het vaststellen van concrete doelen en het vinden van bijpassende financiering. Maar we zijn nu vooral heel trots op dit programma. En we hebben er vertrouwen in dat het gaat helpen: zo’n heldere opdracht waar alle ministeries achter staan.”
Het document staat vol afbeeldingen en foto’s van projecten. Is dat een bewuste keuze?
Elze: “Ja, we wilden het onderwerp graag echt laten léven. Zichtbaar maken wat er allemaal kan, en ook dat er door het hele land al veel goeds gebeurt. Dat kan inspirerend werken voor bijvoorbeeld gemeenten, bedrijven of burgerinitiatieven.”
Hebben jullie een favoriet project?
Chantal: “Ik ben een beetje bevooroordeeld vanwege mijn Rotterdamse geschiedenis – maar ik vind het geweldig dat Rotterdam laagdrempelige subsidies heeft voor bijvoorbeeld zonwering en de vergroening van tuinen. Daarmee kun je echt wooncomfort verbeteren.”
Elze: “Wat ik mooi vind is een project als de Baakse Beek, in de Achterhoek. Daar wordt gekeken naar het natuurlijke water- en bodemsysteem om een oplossing te vinden voor de problemen van verdroging en wateroverlast. Dat is een mooi voorbeeld van samenwerking tussen verschillende partijen, waaronder overheden en landgoedeigenaren. En zo’n project heeft ook bijzondere cultuurhistorische aspecten.”
Hoe verliep het maken van dit uitvoeringsprogramma?
Elze: “Het leuke was dat we dit niet alleen hebben gedaan, als ministerie van IenW. Allerlei andere ministeries waren erbij betrokken, maar ook bijvoorbeeld het KNMI, het RIVM, het Planbureau voor de Leefomgeving en de koepels van de provincies, gemeenten en waterschappen. En ook binnen ons ministerie hebben we overlegd met afdelingen waar we eerder nog niet zoveel contact mee hadden, bijvoorbeeld over waterkwaliteit, of over Seveso-inrichtingen. Dat zijn bedrijven waar grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen aanwezig zijn.”
Chantal: “Ik vond de brede stakeholderbijeenkomst afgelopen maart ook echt heel tof. Het bijzondere was: die was binnen no-time volgeboekt. Daar hoorden we een aantal duidelijke signalen, bijvoorbeeld dat we veel meer aandacht moesten schenken aan de menselijke aspecten van klimaatverandering, maar ook de behoefte aan heldere normen en financiering. Die hebben we opgenomen in de prioriteitenlijst.”
En nu? Wat zijn de vervolgstappen?
Chantal: “Zoals je in het document ziet, gaan heel veel partijen de komende jaren hard aan de slag. Wij zelf gaan ons vooral richten op die vijf prioriteiten én op het maken van de nieuwe nationale klimaatadaptatiestrategie. Die willen we eind 2025 af hebben.”
Elze: “Het NUP KA gaat ons bij het vervolg helpen, omdat het richting en focus geeft. En vooral ook die inclusiviteit vind ik mooi. ‘Voor en door iedereen.’”