Circulaire economie als visie voor industrie van de toekomst
SYBREN BOSCH (YOUNG PROFESSIONAL)
SUSTAINABLE DEVELOPMENT GOAL 9:
Bouw veerkrachtige infrastructuur, bevorder inclusieve en duurzame industrialisering en stimuleer innovatie
https://unric.org/nl/sdg-9
Build resilient infrastructure, promote inclusive and sustainable industrialization and foster innovation, zo heeft de VN dit Sustainable Development Goal omschreven. Je zou denken dat we dat in Nederland wel voor elkaar hebben. Met de kwalitatief op twee na beste infrastructuur van de wereld [1] – na Singapore en Hongkong – lijken we op dat thema zo goed als klaar. Met grote steden vol start-ups en Amsterdam als European Innovation Capital 2016 zouden we ons over innovatie ook niet druk hoeven maken. En de kwaliteit van onze industrie, tot slot, is toonaangevend in de wereld. Hebben we daarmee SDG 9 al ruimschoots gehaald? Of is dit doel, doordat we denken dat we er al zijn, de moeilijkste van allemaal?
Aandachtspunten voor Nederland
Aan het grootste deel van de zaken die de VN noemt, voldoet Nederland inderdaad. Neem bijvoorbeeld de uitrol van mobiele telefoonnetwerken, de toegang tot vliegverkeer en de technologische ontwikkeling van onze industrie. Desondanks blijven er belangrijke aandachtspunten. De Rotterdamse haven bijvoorbeeld, die bij het wegvallen van olie- en kolengerelateerde activiteiten zijn omzet ziet halveren. De zware energie-intensieve industrie, die voor een belangrijk deel rust op stabiele energietoevoer vanuit kolencentrales. En de maakindustrie, waarbij bijna alle producten na een korte levensduur tot afval worden bestempeld. In mijn plan voor Nederland ga ik in op dit laatste onderdeel: de transitie naar een circulaire economie.
Droombaan
Met mijn organisatie helpen we opdrachtgevers om hun duurzame ambities te realiseren in nieuwe vormen van samenwerking en met andere verdienmodellen. “Een betere wereld begint bij het stellen van een betere vraag,” is de boodschap die we vaak meegeven. En inderdaad: in aanbestedingstrajecten die wij begeleiden zien we dat bij een uitvraag op basis van vertrouwen, samenwerking en functionaliteit veel hogere duurzaamheidsambities behaald worden. Werken aan een betere wereld door het inspireren en activeren van anderen, met veel positieve energie vanuit de mensen om me heen – dit is letterlijk mijn droombaan.
Waarom een circulaire economie?
De maakindustrie in ontwikkelingslanden is de afgelopen decennia explosief gegroeid. De resterende Europese en Nederlandse maakindustrie is voor haar materiaalvraag grotendeels afhankelijk van import van buiten Europa. Ook zien we dat waardevolle materialen, die wij afval noemen, in Nederland op grote schaal worden verbrand.[ii]
Door producten opnieuw te gebruiken, onderdelen van producten te hergebruiken, of materialen waarvan producten gemaakt zijn opnieuw als grondstof in te zetten, vermindert de behoefte naar nieuwe materialen. Voor Europa verlaagt dit de afhankelijkheid van grondstoffen (€600 miljard), en levert het nieuwe werkgelegenheid en andere nevenvoordelen op (€1200 miljard)[iii]. TNO heeft in 2013 al berekend dat een circulaire economie Nederland jaarlijks €7,3 miljard op kan leveren[iv]. Binnenkort komen zij met een update van dit getal.
Kansen voor een nieuwe maakindustrie
Als we kijken naar een circulaire economie liggen er vooral mogelijkheden om de maakindustrie nieuw leven in te blazen. Neem Strijp-S in Eindhoven, waar het voormalige Philips-complex nu een broedplaats is van creatieve industrie. Op deze en nog tientallen vergelijkbare plaatsen bloeit nieuwe bedrijvigheid op voormalige locaties van traditionele maakindustrie. Kleinschalig worden maatschappelijk relevante producten gemaakt, die een positieve impact hebben op zowel mens als wereld. De sfeer op dit soort broedplaatsen laat de potentie zien van grootschalig inzetten op creativiteit, integrale duurzaamheid en circulariteit.
Transitie in volle gang
Er zijn eigenlijk geen argumenten om níet op zo’n innovatieve en circulaire maakindustrie in te zetten. En we hoeven niet vanaf nul te beginnen: de ontwikkelingen volgen elkaar razendsnel op. De belangrijkste keuze voor de komende jaren is hoe sterk we deze nieuwe maakindustrie willen stimuleren. Laten we de broedplaatsen natuurlijk groeien op basis van lokale initiatieven, of kiezen we voor een nieuwe ‘industriepolitiek’, waarbij de focus verschuift van beursgenoteerde multinationals naar dit soort lokale initiatieven?
Hoe kunnen we versnellen?
Bij noodzaak tot verandering is het altijd makkelijk om naar anderen te wijzen. De overheid is daarbij een favoriet doelwit. Ik wil de grootste verantwoordelijkheid bij de mensen leggen, die nu al willen. Om kansen te zien, is het nodig om anders te durven kijken naar waardecreatie en samenwerking. Uiteraard moeten veranderingen economisch uit kunnen pakken om bedrijven op lange termijn gezond te houden. Maar het zijn onze eigen houding, en de kritische vragen die we aan elkaar stellen, die het verschil maken.
Als we kijken naar onze innovatie en duurzame industrie, zijn we er dan al? Of denken we dat we er zijn, en is SDG 9 daarom de grootste uitdaging van allemaal?
MSc Sustainable Development, Universiteit Utrecht
Projectmanager Copper8 (duurzaamheid en circulaire economie)
Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur
Notes
[i] World Economic Forum (2016), Global Competitiveness Report 2015/2016
[ii] De hoge recyclingpercentages (80-90{bfb8b4827b15e0df3d636cc4328af00f95317b5e6a44a4c67b5ed085bc570bb6}) van ons afval komen vooral doordat bouwafval, wat in massaprocent een groot deel is, grootschalig op een laagwaardige manier wordt ‘hergebruikt’ als versteviging onder asfalt.
[iii] Ellen MacArthur Foundation (2015), Growth Within: a circular economy vision for a competitive Europe
[iv] TNO (2013) Kansen voor een circulaire economie in Nederland