RICHARD DICTUS
Ik wilde een Jedi Knight zijn
Ik ben opgegroeid in een gezin waar de Tweede Wereldoorlog een enorme stempel had achtergelaten, op zich niet uniek in Nederland. Toen ik nog heel jong was, vroeg ‘ons vader’ altijd om stilte als de Secretaris Generaal van de VN op de radio aan het woord kwam. Hij zei dan plechtig tegen mij en mijn zus dat Oe Thant ervoor zorgde dat “jullie dat nooit meer mee zullen maken”.
Later, tijdens mijn studie aan de TH Twente, ging een groeiend politiek en globaal bewustzijn gepaard met een beter besef van hoe macht en machtsverhoudingen recht en onrecht veroorzaken. Ik ben mij toen meer en meer voor ontwikkelingssamenwerking gaan interesseren en geëngageerd geraakt. De stap van daar naar de VN lag voor mij voor de hand; globale waarden en normen alsook globale actie voor een globaal armoedeprobleem dat de grondslag biedt voor vrede en veiligheid. Je zou het ook anders kunnen stellen, met referentie naar het voor mijn generatie zo belangrijke ‘Starwars’ – ik wilde een Jedi Knight zijn! De strijd voor het goede in deze wereld heeft mij altijd gefascineerd.
Kanteling perceptie VN
Ik ben sinds 1985 bij de UN actief – zo’n 30 jaar nu – eerst als stagiair in New York, net op tijd voor de 40e VN-verjaardag met mensen zoals Kenneth Kaunda, Julius Nyerere, Fidel Castro, Indira Gandhi, Robert Mugabe en noem maar op. Toen ik in 1987 begon met mijn werk als JPO (Junior Professional Officer) in communistisch Zuid-Jemen, kon ik met mijn UN Passport overal komen. Als je voor de VN werkte was je overal veilig, want er was een enorm respect voor de neutraliteit en onpartijdigheid van de organisatie. De grootste verandering is het best uit te leggen met een voorbeeld: tijdens een recent veldbezoek naar Benil in DRC moesten we helmen en vesten aan omdat er actief op de UN staff geschoten werd.
Net als in andere brandhaarden in de wereld wordt de VN nu als deel gezien van het probleem.
Tezelfdertijd is deze verandering als vooruitgang aan te merken. Je moet positie kunnen nemen in zaken als onrecht, misbruik en andere misstanden die voortbestaan onder het mom van bijvoorbeeld een pervers politiek bestel of een extreme interpretatie van religie. Het feit dat de VN daarom niet meer als geheel neutraal wordt herkend, betekent dus dat wij ons voor mensenrechten uitspreken, dat we op de bres gaan voor het verbeteren van de positie van vrouwen en dat we sterker gemeenschappelijke waarden van de VN-lidstaten uitdragen. Ik vraag me soms af hoe dit eruit zag voor de generatie die zich met het Koreaconflict hebben bezig gehouden – dat was toen ook niet zonder controversie.
Stilte na een simpele vraag
Een bijzondere werkervaring maakte ik een aantal jaren geleden mee, toen ik werkzaam was op de Solomon Islands, een kleine post-conflictstaat in het Zuidzeegebied. Tijdens een bespreking met de regering werd er iemand heel boos toen we over de Millennium Development Goals (MDGs) spraken. Want hoe kan de wereld nu doelstellingen bepalen als die niet met de mensen zelf besproken zijn? Ik was even beduusd want ik had de MDGs nog nooit gezien als een buitenlandse impositie. Even ging het helemaal fout met de consultatie en iedereen was luidruchtig zijn steun voor deze positie aan het betuigen. Ik stelde toen een simpele vraag; of men het fijn zou vinden op de Solomon Islands als iedereen elke dag genoeg te eten zou hebben. Het werd stil. Ik vroeg ze vervolgens of het een probleem zou zijn als elk kind daar gewenst zou zijn, als iedere geboorte ondersteund zou worden door getrainde mensen. Als kinderen (zeker in de eerste 1000 dagen van hun leven) de juiste voeding zouden krijgen, zodat hun hersenen zich goed zouden ontwikkelen en ze naar een goede school konden gaan om echt wat te leren, waardoor ze betere burgers konden worden. Toen ik uitgesproken was, keek iedereen mij ietwat vreemd aan – ik ben 1.94 lang en weeg meer dan 100 kg, ben heel blond en bleek. Ze vonden me dus toch al wat op een spook lijken, maar begrepen wel de boodschap dat er nu eenmaal heel menselijke zaken zijn die de wereld, continenten, landen, volken, stammen, dorpen, en alle mensen met elkaar verbinden.
Ik ben erg blij dat de consultaties in de wereld over de SDGs (Sustainable Development Goals) nu zo goed ter hand zijn genomen. De MDGs hebben hun waarde bewezen door een concrete focus voor alle assistentie te bieden. Het is veel efficiënter als we allemaal aan hetzelfde werken – en inderdaad: armoede is gehalveerd, HIV prevalence is met 44 percent gedaald etc. etc. Niet alles is overal beter geworden, maar er is een wonder geschied: de wereld heeft zich doelstellingen gesteld en daar een aantal van gehaald. Dat hadden we nog niet eerder gedaan en het geeft hoop voor de toekomst.
Kracht en onmacht
De kracht van de VN ligt bij alle mensen die bij de organisatie betrokken zijn. Dat zijn de mensen die voor UNICEF geld inzamelen in Nederland, de vrijwilligers die met onze projecten samenwerken, de technici en experts, de ambtenaren en administrateurs en uiteindelijk de leiders zoals de Secretaris Generaal. Het Charter begint niet voor niets met “We, the Peoples of the United Nations …”
Naarmate de tijd voortschrijdt moet de organisatie zich steeds eraan herinneren dat het om mensen en niet om de (politieke of administratieve) processen gaat. We zijn nu eenmaal een bureaucratie – en niet altijd een efficiënte. Maar wij doen iets wat voor heel veel bedrijven en overheden heel moeilijk is; we hebben een ongekende diversiteit waar we bijna op een natuurlijke wijze een veelheid van perspectieven, ideeën en wereldbeelden integreren.
UNV (United Nations Volunteers), de organisatie waar ik op dit moment de leiding heb, werkt in 132 landen met mensen uit 156 landen. En we werken allemaal goed samen en we bereiken geweldige resultaten. Ik zou graag de statistieken van multinationale eenheden van wereldformaat zoals Shell en Philips willen vergelijken, maar ik denk dat het er zelfs bij hen niet zo complex aan toe gaat.
De zwakte, daarentegen, ligt eigenlijk in het onbegrip dat wordt gewekt door de constante verhalen over de inefficiëntie van de VN. Ik heb het eigenlijk te vaak gezien: de lidstaten komen er samen niet uit en stellen een complex mandaat samen, dat weliswaar de politieke imperatieven aanspreekt maar soms wat naast de realiteit staat. Meestal komt er dan ook niet genoeg geld los, en wanneer het team van de VN, heel voorspelbaar, niet het onmogelijke presteert is er sprake van inefficiëntie. Ik vind dat dus als werknemer erg frustrerend – collectief willen alle mensen die bij de VN werken ook graag succes boeken.
Natuurlijk is het niet zo dat er geen inefficiëntie binnen het VN-systeem is, maar op dat gebied staan we zeker niet alleen; het kan en moet gewoon altijd beter. Maar de lidstaten – met name hun politici – moeten meer verantwoordelijkheid nemen voor de taakstellingen en de middelen die ze ons geven; het is vaak compleet onrealistisch.
Deze situatie heeft een organisatie gevormd die nu wars is van het nemen van risico. Als het niet duidelijk is wat er moet gebeuren, wie er verantwoordelijk is en hoe we het moeten doen, doen we dus niets. Daar ben ik niet trots op, hoe goed ik het ook begrijp. En alles op zeker spelen kost een hoop geld; ik sta er van versteld hoeveel geld er aan vredesmissies wordt uitgegeven – nu meer dan 8 milliard dollar per jaar. Maar dan vraag ik me af: als wij in Nederland voor een krappe 17 miljoen inwoners bijna het tienvoudige uitgeven alleen al aan sociale zekerheid, hoeveel mag wereldvrede voor 7 miljard mensen kosten?
Integrerende en innovatieve VN heeft de toekomst
Ik en mijn collega’s kijken altijd naar de toekomst met hoop, we zijn irrationele optimisten. Ik denk vaak dat de suboptimale staat van de VN eigenlijk voor een aantal belangen het gewenste resultaat is. Als de verkeersregels goed werken, op een heel voorspelbare wijze, doen we allemaal hetzelfde; iedereen, iedere dag, altijd. Maar dat is niet wat de wereld op dit moment wil. Er zijn groepen die met z’n allen midden op straat willen rijden, en er zijn er die nu eenmaal geen snelheidsbeperkingen willen. En dan zijn er nog groepen voor wie dit helemaal irrelevant is; ze hebben noch wegen, noch fietsen, laat staan auto’s! Ik hoop dat mij deze wat wankele metafoor vergeven wordt, maar ik denk niet dat de wereld klaar is voor een heel sterke VN.
Wat de wereld wel nodig heeft is een integrerende VN. Een organisatie die groepen, gewone mensen, politici, zakenlui, vrouwen, jonge mensen, gehandicapten, allochtonen, autochtonen etc. bij elkaar brengt in een gesprek over hoe de wereld eruit hoort te zien. Klinkt dat gek? Maar we hebben dat al gedaan: de UN Millennium Campaign (samen met UNV) heeft nu aan bijna 7 miljoen mensen gevraagd hoe en in welke wereld ze willen leven. Online maar ook door grote groepen van vrijwilligers, hebben we de stemmen van mensen bij elkaar gebracht en ik denk dat we dat vaker en nog veel meer moeten doen. My World Survey – google het even!
Mijn oma heeft de eerste auto gezien, de eerste telefoon en het eerste vliegtuig – ook twee wereldoorlogen overigens. Ik schreef mijn afstudeeropdracht aan de THT op een computer en was destijds een van de eersten. Het was een begin van een nieuw tijdperk als je bedenkt dat mijn mobiel nu meer kan dan mijn computer van toen. Deze voortschrijdende vooruitgang, die misschien wel een beetje angst inboezemt, is iets waar we binnen de organisatie meer op moeten inspelen omdat het onze relevantie voor de wereld enorm kan verhogen.
Mijn wens voor de voor de jarige VN is relevantie – simpel! Ik hoop dat de VN zich steeds weer zal kunnen vernieuwen en dat het steeds een organisatie voor en door mensen zal blijven.
Wat dat betreft zal ik mij graag nog enige tijd inspannen voor de VN.
Ik heb 30 jaar met mijn levenspartner Monique het privilege gehad om de VN te dienen; tsja de VN kreeg er twee voor de prijs van een! We zijn nu bezig om jonge mensen erbij te betrekken. Wij hebben het geluk gehad dat we vroeg in contact kwamen met mensen die ons inspireerden om het goed aan te pakken. We hopen ons werk, op deze manier, nog een tiental jaren te kunnen voortzetten.
Universiteit Twente; Cornell, School for International Labour Studies; MIT/Harvard
United Nations: Deputy Director Human Resources (UNDP);
Resident Coordinator (The Pacific, Malawi) Executive Coordinator United Nations Volunteers (UNV)