Auteur: Hajar Yagkoubi
Hoofdredacteur: Dominique Ankoné & Bart Brouwers
Youth dossier: Raising the voice of the next generation. From daily experience to global politics
Of het nu in de bestuurskamer of op politiek gebied is, het is tijd voor brede welvaart in de besluitvorming – en mijn generatie is klaar om het te brengen, nu en in 2100. Maar om de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen te kunnen bereiken, is het essentieel dat we focussen op wie betrokken wordt in het maken van beslissingen. SDG 17, partnerschappen om de doelen te bereiken, belichaamt het belang van jongerenparticipatie binnen die besluiten.
In februari 2019 bezocht ik voor het eerst een VN-conferentie in mijn hoedanigheid als Jongerenvertegenwoordiger voor Nederland. Ik herinner me nog goed hoe ik op de eerste dag van de conferentie, voor het eerst voet zette op het hoofdkwartier van de internationale organisatie in New York. Die ochtend had ik me afgevraagd wat me het eerst aan de VN zou opvallen: zou het de diversiteit aan aanwezige nationaliteiten zijn? Misschien de statuur van het gebouw? Of de intimiderend grote conferentiezalen? Uiteindelijk was het geen van alle. Het eerste dat me opviel toen ik het hoofdkwartier van de VN binnenliep, was hoe – forgive me – oud iedereen was.
Al snel ontdekte ik dat jonge mensen nauwelijks aanwezig waren bij deze internationale organisaties, vooral als het ging om het doen van interventies, het onderhandelen over resoluties en het deelnemen aan discussies. Ik merkte vaak dat ik luisterde naar de woorden van ‘oudere’ diplomaten die spraken over de ‘hoop die deze nieuwe generatie hen verschaft’ of ‘de moed van jonge mensen die door de straten marcheren voor klimaatrechtvaardigheid’; maar vaker wel dan niet, leek dat ontzag niet tot uiting te komen in de vorm van inclusie van jonge mensen bij besluitvormingsprocessen.
Dit fenomeen is niet beperkt tot alleen mijn persoonlijke ervaring. Meer dan de helft van de wereldbevolking is jonger dan 30 jaar, maar toch valt minder dan 3% van alle parlementsleden in diezelfde leeftijdscategorie. En zo is er ook bij de VN een discrepantie tussen wie ze willen vertegenwoordigen en de daadwerkelijke samenstelling van de organisatie. De gemiddelde leeftijd van de werknemers bij de VN is 45 jaar, dat, terwijl de gemiddelde leeftijd van de wereldbevolking 29 is. De eerste woorden van de UN Charter – wat als het ware de bijbel van de VN is – zijn: “We the people”. Als we echt ‘the people’, het volk, willen vertegenwoordigen, kunnen we de groep die meer dan de helft van het volk omvat niet weglaten. Dit gebrek aan vertegenwoordiging van jongeren beperkt zich niet alleen tot politieke of internationale organisaties. In het bedrijfsleven bestaan de toplagen van raden van bestuur en raden van commissarissen vooral uit oudere mannen.
In een recent stuk van het OECD Forum Network betoogden de professoren Aksoy, Eichengreen en Saka overeenkomstig dat COVID-19 het afnemend vertrouwen in de overheid waarschijnlijk zal versnellen – met een bijzonder sterke impact op jongeren. Rekening houdend met het feit dat jongeren slecht vertegenwoordigd zijn op plaatsen waar besluitvorming plaatsvindt – zowel in de publieke sector als in het bedrijfsleven – is dit dalende vertrouwen helaas niet verrassend om te zien.
In het kader van SDG 17 kunnen representatie, inclusie en vertegenwoordiging helpen om niveaus van empathie, begrip en vertrouwen te bevorderen. Het is daarom absoluut noodzakelijk dat we de vertegenwoordiging van jongeren verbeteren als we hun vertrouwen in instellingen willen vergroten.
Bovendien begrijpen jonge mensen tegenwoordig, meer dan welke andere generatie ook, de urgentie van duurzame besluitvorming. Mensen in institutionele machtsposities die niet besturen en leiden vanuit respect voor de planetaire grenzen en het natuurlijk kapitaal, doen een directe aanval op onze toekomst en veiligheid. Wij zijn de eerste generatie die de ernst van de klimaatcrisis echt begrijpt. Dat maakt ons niet alleen de laatste hoop die we hebben om ertegen op te treden, maar ook de beste hoop – en in die macht zijn we allemaal verenigd, jong en oud.
Wat moeten we doen om het vertrouwen van jongeren te vergroten?
Ten eerste zouden we de vertegenwoordiging van jongeren moeten verbeteren door jongeren op een betekenisvolle manier te betrekken bij besluitvormingsprocessen. Dat wil zeggen dat jongeren op een structurele, gelijkwaardige basis mee moeten kunnen doen. Waarbij ze niet afhankelijk zijn van de goodwill van een bepaalde beleidsmaker, executive of diplomaat om een stoel aan tafel te krijgen.
Ten tweede moeten we de toekomst van jonge mensen veiligstellen door te besturen en leiden binnen planetaire grenzen. De gevolgen van de beslissingen die vandaag worden genomen, zullen voor de langste tijd van invloed zijn op het leven van jonge mensen. Wij zullen leven in de nasleep van de keuzes van vandaag. Als er dus een belangrijke stakeholder is om vandaag te betrekken in besluitvorming, dan zijn wij het wel.
Met name binnen het bedrijfsleven is een prikkelverschuiving naar duurzame en maatschappelijke besluitvorming noodzakelijk. Bijvoorbeeld door het bonussysteem van bedrijfsleiders niet langer te baseren op korte termijn winst cijfers, maar juíst op basis van sociale en milieu-impact. Beleidsmakers zouden dieper in kunnen gaan op de huidige accountancynormen die bedrijven uitsluitend verplichten om alleen financiële kosten als ‘werkelijke’ kosten te beschouwen in hun winst- en verliesrekeningen; alle bedrijven zouden een maatschappelijke jaarrekening moeten publiceren waarin sociale- en milieukosten net zo worden behandeld als financiële kosten. Als we geen rekening houden met milieukosten, zullen deze kosten namelijk niet op magische wijze verdwijnen. In plaats daarvan zullen ze worden betaald door mijn generatie en toekomstige generaties. Niet in de vorm van geld, maar in de vorm van overstromingen, droogte en hongersnoden.
Als er rekening wordt gehouden met de sociale en milieu-impact van bedrijven, zal er een ingebouwde prikkel zijn om de milieu- en sociale schade te verminderen en de positieve milieu- en sociale impact te vergroten.
Met Netwerk 2100 werken we al hard om jongeren in de bestuurskamers van bedrijven te krijgen. We richten onze pijlen op het aanpakken van de accountancystandaard, de manier waarop we onze ondernemingen waarderen, en ook hoe we vervolgens leiderschap belonen en stimuleren met bonussen. Of het nu in de bestuurskamer of op politiek gebied is, het is tijd voor brede welvaart in de besluitvorming – en deze generatie is klaar om het te brengen, nu en in 2100.
Om SDG 17 te laten slagen, moeten partnerschappen verdergaan dan het samenwerken tussen landen, sectoren of regio’s. Nog belangrijker, is het samenwerken tussen generaties.
Hajar Yagkoubi is een voormalig VN-jongerenvertegenwoordiger voor Nederland. Tijdens haar twee-jarige mandaat verzamelde Hajar input van jongeren over onderwerpen als de klimaatcrisis, de Sustainable Development Goals, mensenrechten en veiligheid. Die inbreng werd gepresenteerd via toespraken die Hajar hield bij de VN. Tijdens de Algemene Vergadering, High-Level Political Forum, UN Climate Action Summit maar ook in gesprekken met premiers, ministers, wetgevers en politici. Momenteel werkt ze als public speaker en consultant aan het verbeteren van jongerenparticipatie, klimaatactie en mensenrechten.
Als onderdeel van Netwerk 2100 pleit Hajar ook voor de inclusie van jongeren in commissariaten, toezicht- en bestuurskamers van bedrijven. Ze probeert hierbij een brug te zijn tussen het bedrijfsleven en haar activistische generatie en pleit voor manieren waarop bedrijven duurzaamheid, klimaatactie en een brede definitie van welvaart kunnen belichamen. Ze studeert International Business aan de universiteit, wat bijdraagt aan haar kennis van zowel het bedrijfsleven als de transitie op het gebied van ESG die hedendaagse vraagstukken vereisen.