Auteurs: Willem Ligtvoet en Vincent van den Bergen
Dossier: Water als prioriteit op de internationale Agenda
Editors: Vincent van den Bergen en Willem Ligtvoet
Klimaatverandering zet door, COP28 cruciaal
De klimaattop eind 2023 in Dubai had als centrale vragen ‘Waar staan we met de mondiale inspanningen op het gebied van mitigatie en adaptatie’ en ‘Welke acties zijn nodig om te voldoen aan de afspraken van Parijs 2015 om de mondiale opwarming te beperken, liefst tot 1,5° C en hooguit tot 2° C?
Het belang van deze klimaattop was groot: klimaatrecords rijgen zich aaneen. De intensiteit van weersextremen zoals hitte en droogte, extreme neerslag, stormen met overstromingen als gevolg, de snelheid van afsmelten van ijskappen, en de opwarming van de oceanen overtreffen zelfs de wetenschappelijke verwachtingen. Het jaar 2023 is afgesloten als het gemiddeld warmste jaar ooit gemeten en de mondiaal gemiddelde temperatuurstijging van 1,4° C, bereikte al nagenoeg de beoogde grens van het VN-doel voor maximale opwarming. Ook in Nederland was 2023 het warmste jaar ooit gemeten en tevens het natste jaar sinds de eerste systematische metingen.
De verwachtingen voor de COP28 waren dan ook gespannen: hoop op doorbraken, maar tegelijkertijd grote bezorgdheid dat er te weinig voortgang zou worden geboekt. Wat levert het terugkijken naar deze cruciale klimaattop op? Voldoende concrete stappen op het gebied van het terugdringen van broeikasgasemissies (mitigatie) en de inzet op klimaatadaptatie?
Stand van zaken in 2023: de wereld loopt ver achter op wat nodig is
Op de COP28 werd voor het eerst een inventarisatie afgesloten waarbij de landen gezamenlijk keken naar de voortgang bij het halen van de doelstellingen van Parijs in 2015. Experts en belanghebbenden brachten daarvoor de afgelopen twee jaar de informatie bijeen om te beoordelen of de wereld op koers lag. Naast het terugdringen van broeikasgasemissies (mitigatie) en aanpassing aan klimaat (adaptatie) keek men naar compensatie van verlies en schade, en naar het beschikbaar maken van budgetten voor de implementatie van klimaatbeleid in de minder ontwikkelde landen.
Hoewel er op onderdelen vooruitgang was, bleek uit de evaluatie dat er op vrijwel alle fronten een grote achterstand was in inspanningen en financiering ten opzichte van de beoogde doelen. Werk aan de winkel dus voor onderhandelaars op COP28.
Afspraken op COP28
De nieuwe afspraken op de COP28 laten weliswaar vooruitgang zien, maar op veel punten zijn deze nog onvoldoende concreet en verplichtend. Het resultaat volstaat zeker niet om mondiaal de benodigde omslag te maken richting duurzame energie transitie en adequate klimaatadaptatie.
Belangrijke plussen van de COP28 zijn een concrete afspraak over een verdrievoudiging van duurzame energie voor 2030, het invullen van een Klimaatschadefonds, en zeker het besluit in de slotverklaring om toe te werken naar beëindiging van het gebruik van fossiele brandstoffen. Brede aandacht kreeg deze keer de waterproblematiek in relatie tot klimaatverandering. Belangrijke minnen zijn het ontbreken van een tijdspad voor het uit faseren van de fossiele brandstoffen, het gemis aan richtinggevende adaptatiedoelen en de vergaand onvoldoende financiële toezeggingen voor zowel het Adaptatiefonds als het genoemde Klimaatschadefonds.
De doorbraak: afscheid van de fossiele brandstoffen
“We will not sign our death certificate. We cannot sign on to a text that does not have strong commitments on phasing out fossil fuels” aldus Cedric Schuster van Samoa, voorzitter van de Alliantie van Kleine Eilandstaten, 11 december 2023.
Door een enorme inzet van met name de EU in de laatste fase van de COP28 werd de COP afgesloten met een overeenkomst die expliciet de gewenste mondiale transitie aangeeft, weg van fossiele brandstoffen. Maar zoals gezegd nog zonder structureel plan met acties en deadlines voor de afbouw.
Belangrijke afspraken voor het terugdringen van broeikasgassen zijn verder:
- Verdrievoudigen van de hernieuwbare energiebronnen in de periode tot 2030.
- Vergaand terugdringen van methaanemissies bij de olieproductie in 2030 (methaan is 80x schadelijker als broeikasgas dan C02).
- Lancering van de Industrial Transition Alliance: een partnerschap tussen mondiaal opererende energie-intensieve industrieën (staal, aluminium, cement, luchtvaartmaatschappijen, scheepvaart, energie).
- Lancering van Alterra: een nieuw klimaat stimuleringsfonds van 30 miljard dollar opgericht door de VAE, met als doel om in de opkomende markten tot 250 miljard USD aan kapitaal te mobiliseren.
Waar eerdere inschattingen leidden tot de vrees dat we uiteindelijk naar een opwarming met 4 graden in 2100 zouden gaan, lijkt het er nu op dat als alle toezeggingen worden uitgevoerd de opwarming in 2100 kan uitkomen op 2,5 graad opwarming. Een flinke winst, maar lang niet voldoende.
Adaptatiefonds en Klimaatschadefonds nog slecht gevuld
De minst ontwikkelde landen verwelkomden de definitieve instelling van het Klimaatschadefonds en de eerste toezeggingen daarvoor van bijna 800 miljoen dollar (100 miljoen door de Verenigde Arabische Emiraten, VAE). Deze eerste inleg blijft echter nog verre van wat noodzakelijk wordt geacht: de klimaatschade wordt alleen al voor 2020 geschat op 116 tot 435 miljard dollar per jaar. En die gaat komende decennia naar alle waarschijnlijkheid verder toenemen. Behalve van geld zal de effectiviteit ook afhangen van de praktische aanpak. Een financieringsmodel is nodig dat snel de wederopbouw van gemeenschappen na extreme gebeurtenissen kan ondersteunen. Dat geldt ook voor schade als gevolg van de geleidelijke effecten van klimaatverandering, zoals veranderende neerslagpatronen, zeespiegelstijging en verzilting.
Vooral de minst ontwikkelde landen hebben nu al een fors adaptatietekort. Daarbij hebben deze landen ook te maken gekregen met een snel stijgende schuldenlast door de COVID-19 periode. Veel geld is dan ook nodig om de klimaatrisico’s structureel te beperken en de schuldenlast niet te laten oplopen. Het al langer bestaande Adaptatiefonds schiet hierin fors tekort (zie figuur 1) en uit het recente Adaptation Gap Report van de UNEP komt naar voren dat de mondiale adaptatiekosten naar schatting ruim 5-10 x hoger liggen dan eerder werd verwacht.
Wat wel werd bereikt was de goedkeuring van een ‘Global Goal on Adaptation’ raamwerk (GGA), met nieuwe doelstellingen en procesafspraken. Met erkenning van de groeiende kloof in de adaptatiefinanciering, maar opnieuw zonder concrete afspraken over hoe deze kloof te overbruggen en adaptatiefinanciering op te schalen. Dit toch weer ontbreken van concrete adaptatiedoelen en financiering was de meest kwetsbare landen, in het bijzonder de ‘Small Island Development States’ (ernstig bedreigd door de zeespiegelstijging en tropische stormen), een doorn in het oog. Het zal een grote inspanning vragen om uiteindelijk tot overeenstemming te komen over de scope, schaal en financiering van de mondiale adaptatie-inzet, en daarmee de bestaanszekerheid voor miljoenen mensen in de kwetsbare landen.
Unieke stap: water prioriteit in de VN-adaptatieagenda
Op het gebied van water was de COP28 een gamechanger. Geïnspireerd door de resultaten van de Waterconferentie van de VN in maart 2023, heeft de COP28-voorzitter VAE, samen met Tadzjikistan en Nederland als de organisatoren van de VN-Waterconferentie in maart 2023, tijdens deze COP28 prominent het belang van water voor klimaat op de agenda gezet. Dat geldt zowel voor mitigatie (onder andere door koolstofvastlegging in wetlands en herstellen van de hydrologische cyclus), als voor adaptatie (80-90% van de klimaatimpact, schade en ellende worden veroorzaakt door te veel, te weinig en verontreinigd water).
Hert belang van water, juist ook in relatie tot klimaatverandering, werd tijdens de COP28 ook met verve uitgedragen door de voorzitters van de Global Commission on the Economy of Water en geïllustreerd en onderstreept met de vele sessies in het Water Pavilion. De door de mensheid veroorzaakte overexploitatie van watersystemen versterkt klimaatverandering die op haar beurt weer het verval van waterzekerheid veroorzaakt. De mondiale watercyclus wordt uit balans gebracht, leidend tot bedreigingen van de zoetwaterbronnen, onregelmatige en extremere regenval en droogte met ernstige gevolgen voor de landbouw en de voedselveiligheid, zeespiegelstijging en verzilting van kustzones. Water is daarmee de cruciale vector waardoor klimaatverandering de samenlevingen, de ecosystemen, biodiversiteit en veiligheid in een greep houdt. Effectieve klimaatadaptatie vereist water als belangrijk speerpunt.
In het Global Goal on Adaptation raamwerkis water nu de belangrijkste thematische doelstelling, met als prioritaire thema’s: zoetwaterecosystemen (link met biodiversiteit), stedelijke waterveiligheid en waterbestendige voedselsystemen.
Een historisch moment, mede dankzij de inspanningen van Nederland en de Nederlandse Watergezant de afgelopen jaren. Hoewel er nog geen verplichtingen uit voortvloeien geeft de COP28 zo een krachtig signaal: water is een speerpunt waar het gaat om aanpassing aan klimaatverandering. Transitie naar een geïntegreerde systeemaanpak is nodig en overheden hebben daarin een belangrijke sturende rol. Dat geldt in het bijzonder voor nationale, provinciale en lokale overheden en financierende organisaties: zij zijn in de positie om de noodzakelijke veranderingen door te voeren, doelen te stellen en de regels en financieringsconstructies aan te passen. De PBL- studie The Geography of Future Water Challenges – Bending the trend laat zien dat met de juiste ambitie en een integrale aanpak veel bereikt kan worden: water- en klimaatrisico’s worden sterk teruggebracht en daarmee wordt tevens een belangrijke bijdrage geleverd aan alle VN-duurzaamheidsdoelen (SDG’s). Concepten als Source to Sea strategieën, River Basin Management, en Integrated Water Resource Management (IWRM) zijn cruciaal om over sectoren heen meerdere doelen tegelijkertijd te bereiken.
Over twee jaar, op de COP30, zullen landen hun inzet op water en klimaatadaptatie presenteren – een moment om naar uit te kijken!
Conclusie – action, action, action
“Water needs to be at the hearth of the global political agenda’. Aldus de oproep van VN Secretary-General António Guterres bij de afsluiting van de VN Water Conference, 30 November 2023. Klimaatverandering, populatiegroei en economische ontwikkeling wachten niet. De komende jaren zijn evident kritisch voor het tijdig ombuigen van het mitigatie- en adaptatiebeleid. Daadwerkelijke actie, zoals steeds bepleit bij alle afgelopen COPs, is nu meer dan ooit urgent. Dit geldt aan de adaptatiekant bijvoorbeeld voor het operationeel maken van het Klimaatschade fonds, het uitwerken van het aangenomen Global Goal on Adaptation raamwerk en het invullen van water als prioritair adaptatiethema.
De hiaten in de concreetheid van acties, plannen en financiering blijven grote uitdagingen voor COP29 en COP30.
Speerpunten voor water-internationaal
De VN-Waterconferentie en vervolgens de COP28 hebben op mondiaal en VN-niveau het kader geschapen om systematisch aan de gang te gaan met de integratie van water- en adaptatiedossiers met andere sectoren. Water biedt zo de mogelijkheid tot verbinden en handelen. De tijdens de VN- Waterconferentie aangekondigde VN Water envoy en de beloofde twee volgende VN-Waterconferenties zullen stimulerende en richtinggevende rol kunnen spelen, evenals de uitgebreide agenda van relevante mondiale bijeenkomsten in 2024 (zie tekstbox).
18-25 mei: World Water Forum in Bali 10-13 juni Dushanbe Water Process 18-22 juni: Singapore Water Week 25-29 augustus: SIWI Stockholm Water Week 22-23 september: UN Summit of the Future, inclusief de One Water Summit 21 oktober – 1 november: UN Convention on Biological Diversity in Colombia 18-19 november: G20 in Rio de Janeiro, Brazilië |
Er zijn internationaal belangrijke trajecten in gang gezet die moeten leiden tot een verschuiving in waardesystemen en in water- en klimaatadaptatie gebaseerde economische en politieke afwegingen. Sporen waar Nederland bij betrokken is, zijn onder meer:
- Inzet op het gebied van ‘River rights’ en ‘Nature rights’ bedoeld voor het versterken van de positie van riviersystemen en van natuur als rechtspersoon.
- The Global Commission on the Economy of Water, gericht op het versterken van het belang van water in economische en politieke besluitvorming wereldwijd (september 2024 eindrapport met aanbevelingen).
- De Freshwater Challenge, het grootste zoetwaterherstelinitiatief, gelanceerd tijdens de VN-Waterconferentie. Een landen-gedreven initiatief met als doel steun te bieden om (richting 2030) 300.000 km rivieren en 350 miljoen hectare wetlands te herstellen (circa 30 procent van de aangetaste zoetwater ecosystemen).
- Het Valuing Water initiatief van Nederland, het onderzoeksprogramma ‘De Waarde van Water’ in relatie tot de Future Water Challenges bij PBL, en de inzet van de Wereldbank om in zijn tweejaarlijkse ‘Changing Wealth of Nations’ rapportages nu ook water als economisch belangrijke resource te integreren.
- Het Global Center on Adaptation in Rotterdam dat een steeds prominentere rol speelt in het concreet maken van opgaven, bieden van oplossingen en zorgen voor financiering van klimaatadaptatie-opgaven, in het bijzonder in ontwikkelingslanden.
- De Delta Champions Group met het ondersteunende International Panel on Deltas and Coastal Zones: een groep van circa 18 landen en eilanden die gezamenlijk de opgaven en oplossingen voor delta’s en kusten onderzoeken en omzetten naar concrete projecten en financiering.
En uiteraard zijn de ontwikkelingen binnen Nederland ook internationaal van groot belang. Genoemd kunnen worden het Kennisprogramma Zeespiegelstijging en de herijking van Deltascenario’s voor het Deltaprogramma, het Redesigning Deltas programma van de TU Delft, de Integrale Klimaatadaptatiescenario’s van het PBL ter ondersteuning van de Nationale Klimaatadaptatie Strategie en de doorwerking daarvan in beleid conform de beleidsbrief ‘Water en Bodem sturend’. De resultaten hiervan zullen ook met het oog op internationale toepassingen nieuwe kennis, inzichten en kansen opleveren.
In komende artikelen in VN Forum zal nader op de verschillende onderwerpen uit de internationale wateragenda worden ingegaan.
Over de auteurs:
Drs. Willem Ligtvoet
Senior adviseur op het gebied van Water Klimaat en Duurzaamheid en voormalig Programmaleider bij het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) voor dit werkveld, zowel op mondiale, Europese als nationale schaal. WL was trekker van The Geography of Future Water Challenges, het overkoepelend PBL-programma 2016-2023 voor de assessments van opgaven en oplossingen (Bending the trend) op het gebied van water- en klimaatrisico’s op mondiale schaal. In samenwerking met vele andere kennisinstituten is het complexe wetenschappelijk werk hierin vertaald naar toegankelijke infographic-rapporten en is ook de link gelegd met duurzame ontwikkeling (SDGs). Opgeleid als systeem-ecoloog (Universiteit Leiden), heeft WL gewerkt als onderzoeker bij het Rijksinstituut voor Natuurbeheer en de Rijksuniversiteit Leiden (Mwanza, Tanzania), als adviseur bij Witteveen+Bos (Nederland, Indonesië, Egypte, Gaza) en als programmaleider bij het PBL en haar voorlopers. Bij het PBL stond op nationale schaal de problematiek rond de aquatische biodiversiteit en de Kaderrichtlijn Water centraal, evenals water en de bredere klimaatadaptatie-opgaven in relatie tot het Deltaprogramma en de Nationale Klimaatadaptatiestrategie (NAS).
Drs. Vincent W.J. van den Bergen
Na studie Analytische Chemie RU Utrecht en militaire dienst als hoofd Chemie in Amsterdam werkzaam aan wateronderzoek, beheer en beleid. In 1986 overgestapt naar het ministerie van VROM, om invulling te geven aan normstelling voor water, nationaal, regionaal (Rijn, NO-Atlantische Oceaan) EU en VN (ECE). Verzorgt bijdragen aan Nationale Milieu Plannen (NMP) en Nota Waterhuishouding. Commissielid onderzoek financiering waterbeheer. In 1998 hoofd Mondiaal Milieubeleid, directie Internationale Milieuzaken VROM, met speerpunt VN Commissie Duurzame Ontwikkeling en Rio+10 Top in Johannesburg. Lid commissielid IBO onderzoek naar effectiviteit en efficiency van Ontwikkelingssamenwerking. Verantwoordelijk voor afgestemde inbreng in mondiale (OESO, Worldbank, GEF, VN milieuverdragen). Organisatie internationale Conferenties als Energy for for Development (2004) en Make Markets Work for Climate. Meer en meer kreeg Klimaat internationaal de nadruk (UNFCCC) evenals energie (EU Energiepakket). Het ging dan om de inbreng voor de Conferenties van Partijen (COPs), zoals de Klimaattop in Kopenhagen 2009. Vanuit ervaring water internationaal en klimaat laatste jaren voor pensionering (2015) verantwoordelijk voor komen tot een nationale strategie klimaatadaptatie en inbreng bij ontwikkeling van Europese Klimaatadaptatie strategie.