Nederland gezond
Hoe iedereen, nationaal en internationaal, profiteert van een gezonder Nederland
HELENE VAN DER VLOED (PROFESSIONAL)
SUSTAINABLE DEVELOPMENT GOAL 3:
Verzeker een goede gezondheid en promoot welzijn voor alle leeftijden
http://www.unric.org/nl/sdg-3
Geachte mevrouw Jansen,
Met zijn allen hebben we het afgelopen jaar € 3,2 miljard minder uitgegeven aan zorgkosten dan de beraamde 90 miljard. Ook u heeft bijgedragen aan die vermindering. Daarom krijgt u per gezinslid een bedrag van € 1.000 uitgekeerd. We hopen dat u ook komend jaar weer een zo gezond mogelijke levensstijl nastreeft. Mocht u hier advies over willen, dan kunt u contact met ons opnemen.
Met vriendelijke groet,
Het ministerie van Volksgezondheid 1*)bijlage
Deze brief zou in 2030 daadwerkelijk verstuurd kunnen worden aan een willekeurige Nederlandse burger. Met de juiste maatregelen kan Nederland in dat jaar het gezondste land van Europa zijn, waarin de inwoners direct meeprofiteren van de besparingen op zorgkosten die dat tot gevolg heeft.
Jaarlijks besteden we in Nederland € 90 miljard aan zorgkosten (2017). Als we het systeem laten zoals het is, nemen die kosten alleen maar toe. Er komen steeds meer ouderen, die meer zorg nodig hebben. Ook het aantal chronische zieken waaronder diabetes- en obesitaspatiënten neemt sterk toe, met een enorme kostenpost aan medicijnen en behandelingen tot gevolg. Ziekten en aandoeningen zijn lang niet altijd te voorkomen. Tóch ligt de oplossing voor het voorkomen van met name welvaartsziekten vaak voor het oprapen: een gezonde(re) levensstijl en een verbetering van de luchtkwaliteit. Niet roken, minder alcohol, gezond eten, regelmatig bewegen, voldoende mentale ontspanning, betekenisvol leven.
Acties, campagnes en programma’s die een gezonde leefstijl stimuleren hebben hun succes in de afgelopen decennia in meer of mindere mate bewezen. Maar willen we die jaarlijkse 90 miljard aan zorgkosten écht fors terugbrengen, dan is een systeemverandering nodig. Het huidige stelsel vraagt om een kanteling naar een systeem dat primair is gericht op (behoud van) gezondheid in plaats van (genezen van) ziekte. Ofwel: van ziekte en zorg, naar gezondheid en gedrag. Van nazorg naar voorzorg. Van ziekenhuizen naar gezondheidshuizen met Positieve Gezondheid (M. Huber) als uitgangspunt.
In zo’n maatschappij worden Nederlanders van allerlei kanten gestimuleerd om gezond te leven. Door hun werkgever, school, huisarts, specialist, zorgverzekeraar, supermarkt, gemeente, de rijksoverheid. Gezond leven wordt de norm. Iedereen heeft daarin een rol: supermarkten besluiten bijvoorbeeld gezamenlijk om geen rookwaar meer te verkopen. Scholen geven ‘gezonde-leefstijl-les’. Gemeenten zorgen voor een integrale gebiedsontwikkeling, met veel groen en ruimte voor fietsers en wandelaars. Waarbij de luchtkwaliteit optimaal is. Werkgevers faciliteren sporten op het werk, gezonde kantines en vitaliteitscoaches. Ziekenhuizen bevorderen gezondheid met voorlichting in de wijken. En de rijksoverheid zorgt voor de ultieme financiële prikkel: alle inwoners van Nederland profiteren mee van het bedrag dat wordt bespaard doordat zij gezonder leven en dus minder medicijnen en zorg nodig hebben.
Iedereen profiteert zo in financiële zin mee van de gezondheidswinst. Bovenop de voordelen die een gezondere levensstijl heeft voor lichaam en geest: het welzijnsniveau van Nederlanders zal aanzienlijk toenemen. Tot slot heeft een gezonde levensstijl een positieve invloed op milieu en klimaat. Denk aan minder medicijnresten in het grondwater, minder CO2-uitstoot doordat mensen vaker gaan fietsen in plaats van autorijden, meer CO2-opname doordat het belang van groen meer onderkend wordt.
Nederland kan in 2030 het gezondste land van Europa zijn. Mits iedereen – bedrijven, instellingen, overheid en burgers – zijn rol pakt en integraal samenwerkt.
Naast het gezondheid bevorderende beleid vanuit overheid en medici kunnen zorgorganisaties en hun stakeholders, waaronder de bedrijven als toeleveranciers, een leidende rol innemen in het verduurzamen van de integrale bedrijfsvoering van de zorgsector. De zorgsector zou hierbij als vernieuwende sector andere sectoren, zoals bijvoorbeeld de onderwijssector kunnen stimuleren.
In december 2015 werden in Parijs internationale afspraken gemaakt over het beperken van de CO2-uitstoot. Doel is het begrenzen van de mondiale temperatuurstijging tot maximaal 2 graden. Dat vraagt van organisaties om klimaat- en energieneutraal te gaan werken. Om slagkracht te ontwikkelen is in Nederland de Nederlandse Klimaatcoalitie opgericht om de internationale afspraken om te zetten in concrete acties. De Klimaatcoalitie daagt organisaties uit om uiterlijk 2050 klimaatneutraal te zijn.
De zorgsector: met een missie die intrinsiek over welbevinden en gezondheid gaat, een rijksbegroting van € 90 miljard, een inkoopkracht van meer dan € 20 miljard én als verschaffer van meer dan een miljoen banen zal verduurzaming van de zorgsector direct en indirect de sleutel zijn tot verduurzaming van de hele Nederlandse economie.
Om een integrale duurzame, innovatieve, toekomstbestendige sector te ontwikkelen zal cross-sectoraal samengewerkt moeten worden met de externe stakeholders van de sector. Het betreft de banken, verzekeraars, overheden (op rijksniveau alsook op gemeentelijk en provinciaal niveau), het (duurzame) bedrijfsleven, enzovoorts.
Leidende principes voor de sector zijn Circulaire Economie, een inclusieve samenleving en Positieve Gezondheid. De verantwoordelijkheid voor een duurzame keten van materialen en/of producten en bedrijfsprocessen staat voorop. Door de internationale keten integraal duurzaam en sociaal verantwoordelijk te maken, heeft dit een positieve impact op de internationale handel.
Bovengenoemde uitgangspunten worden zichtbaar door vermindering watergebruik, medicijnen in een gesloten kringloop, bijdrage aan schone luchtkwaliteit, vermindering CO2-uitstoot, vermindering verbranding grondstoffen, en het gebruiken van een grondstoffenpaspoort om materialen in kaart te brengen en om te voorkomen dat materialen verbrand worden. En denk ook aan het gebruik van schone (zonne)energie, het gebruik van recyclebare materialen of biobased materialen en 100% recyclebare kleding. En aan elektrische mobiliteit als basis voor vermindering fijnstof en CO2-uitstoot en gezonde (biologische) voeding als belangrijke bijdrage in vitaliteit, preventie en het genezingsproces. Met als positief neveneffect een gezonde bodemvruchtbaarheid. Door regionale, seizoensgebonden producten te gebruiken wordt CO2-uitstoot verminderd.
Deze twee kantelingen in de zorg: van ziekte naar gezondheid en van vervuiler naar waarde gedrevenheid en toekomstbestendigheid maken Nederland Gezond!
Bijlage:
1*) Naar een idee van de verdeling van de inkomsten van olie in Alaska
Van wie is de olie in Alaska? (25 juli 2008)
Wat er gebeurde toen Jay Hammond begon na te denken over andere manieren om de gaven van de natuur te verdelen
Peter Barnes | 84 maart 2006
Voordat Jay Hammond in de jaren zestig gouverneur werd in Alaska, woonde hij in het kale, winderige vissersdorp Naknek. Hier zag hij met eigen ogen hoe de winsten uit de plaatselijke visserij vooral naar buitenstaanders gingen. Er werden miljarden dollars verdiend, maar de kustdorpen leken op sloppenwijken. Tijdens zijn gouverneurschap begon olie te stromen uit Prudhoe Bay. De bronnen lagen op land dat door de federale overheid was geschonken aan de staat. Dat betekende dat Alaska rijk zou worden – vooral omdat de OPEC de olieprijs juist tot astronomische hoogte had opgedreven. De vraag was: wat moest de staat doen met deze meevaller? Hammond vond dat ‘alle Alaskanen – niet de politici – moesten uitmaken hoe een deel van de winst op grondstoffen, die van iedereen waren, moest worden besteed’. Volgens de constitutie van Alaska, redeneerde hij, waren de natuurlijke hulpbronnen van de staat eigendom van de bevolking. Daarop stelde de Republikein Hammond voor een investeringsfonds op te richten dat dividend uitbetaalde aan de Alaskanen, die allemaal aandeelhouder zouden worden. Na een verhitte politieke strijd werd besloten dat 25 procent van de olie-inkomsten van de staat zou worden geïnvesteerd in een portefeuille van aandelen en obligaties, die de olievoorraad van Prudhoe Bay zou overleven. De jaarlijkse winst van deze portefeuille zou worden verdeeld: vijftig procent moest aan scholen, wegen en andere infrastructuur worden besteed en de andere vijftig procent moest in dividend aan de aandeelhouders worden uitbetaald. Het dividend van kinderen zou tot hun achttiende jaar op rentedragende rekeningen worden gezet. Het eerste dividend van dit zogeheten Alaska Permanent Fund bedroeg duizend dollar, een afspiegeling van de inkomsten die zich hadden opgehoopt terwijl het Hooggerechtshof zich over de zaak had gebogen. In 1984 daalde het dividend naar 331 dollar, maar sindsdien is het gestaag blijven stijgen tot een hoogtepunt van 2222 dollar. Vergeleken met andere oliestaten – van Saoedi-Arabië tot Texas – lijkt de stelling gerechtvaardigd dat ze geen van alle zo goed met hun olierijkdom omgaan als Alaska. De portefeuille heeft een waarde van meer dan 27 miljard dollar, waardoor het fonds tot de honderd grootste investeringsfondsen ter wereld behoort. De officiële opdracht is ‘inkomen te genereren ten behoeve van alle generaties van Alaskanen’. Toen de staatsoverheid in 1999 probeerde het fonds leeg te halen om een tekort op de begroting aan te zuiveren, werd dat bij referendum door de kiezers tegengehouden, met een meerderheid van 83 tegen 17 procent. De boodschap van de kiezers was duidelijk: handen af van ons geld!
Met toestemming bewerkt en overgenomen van Who Owns the Sky: Our Common Assets and the Future of Capitalism (Island Press, 2001), een boek van Peter Barnes, ondernemer en medeoprichter van Working Assets.
Bevlogen ambassadeur van de verduurzaming van Nederland
Eigenaar Discours
Plek 18 in de Duurzame Top 100 van Trouw 2016
LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/helene-van-der-vloed-20b57122/
Bedrijfswebsite: http://discours.net/