De Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties bevordert de doelstellingen van de VN, waaronder ook de Sustainable Development Goals. Elke maand licht een bestuurslid een van de doelen uit. Deze maand: een betoog van Otto Spijkers voor duurzaam waterrecht.
Nederland heeft een heel droge zomer achter de rug. Het weer was fantastisch. Bijna elke dag konden we wel naar het strand of op een terrasje zitten. Dat is uitzonderlijk, en we hebben ervan genoten. Maar het voelde ook wel een beetje vreemd. Nederlanders zijn gewend om door de regen naar het werk te gaan, en met tegenwind terug te fietsen naar huis. En om dan thuis bij het haardvuur te klagen over het weer. Maar deze zomer viel er weinig te klagen. Of toch wel?
Ook een gebrek aan regen geeft reden tot klagen. Want de natuur droogt op, en dat heeft vergaande consequenties, met name voor boeren, de natuur en schepen die goederen vervoeren over de rivier. In Nederland zal het niet snel gebeuren dat er geen drinkwater meer uit de kraan komt, maar in andere delen van de wereld – denk aan Kaapstad in Zuid-Afrika – is dit al wel het geval.
Deze droge zomer laat duidelijk zien hoe essentieel water is, en hoe weinig vanzelfsprekend, zelfs voor een echt waterland als Nederland. Afspraken tussen staten over het duurzaam beheer van gedeelde rivieren – zoals de Rijn – behoren tot het internationaal waterrecht. En dat soort afspraken zijn, zo blijkt deze zomer, essentieel. Ook SDG6 spoort alle landen in de wereld aan hun rivieren duurzaam te gebruiken, en te wapenen tegen langdurige droogte. In deze bijdrage zal ik uitleggen hoe de SDGs kunnen samenwerken met het internationaal waterrecht, om op die manier alle staten in de wereld te verplichten hun rivieren duurzaam te gebruiken.
Denk om de buren
Volgens het internationaal waterrecht moeten alle staten hun gedeelde waterlopen (dat zijn rivieren, meren, en water diep onder de grond) op redelijke en billijke wijze gebruiken. Deze verplichting staat onder meer in Artikel 5 van het Verdrag inzake het recht betreffende het gebruik van internationale waterlopen anders dan voor scheepvaart, gesloten te New York op 21 mei 1997.
Wat betekent dit nu precies? Het betekent in elk geval dat staten rekening moeten houden met de belangen van hun buren. Bij het gebruik van de Rijn, houdt Nederland rekening met de Duitsers, en zij houden rekening met ons. Betekent het ook dat de huidige generatie rekening moet houden met de belangen van toekomstige generaties? Dat laatste noemen we, met een moeilijk woord, intergenerationele billijkheid. De vraag wordt nu mede dankzij de SDGs met een volmondig ‘ja’ beantwoord.
Bescherm ecosystemen
Het internationaal waterrecht verplicht alle staten om gezamenlijk voor de bescherming en het behoud van de ecosystemen van hun internationale waterlopen te zorgen (zie Artikel 20 van bovengenoemd verdrag). Wat is een ecosysteem? Dat is een soort huishouding die bestaat uit levende componenten (planten en dieren) en niet-levende componenten (aarde, water en de lucht). Die zijn allemaal van elkaar afhankelijk, en functioneren als een grote gemeenschap. Wetenschappers begrijpen steeds beter hoe afhankelijk die componenten zijn van elkaar. Zo heeft bijvoorbeeld het kappen van bomen langs de rivier een grote invloed op de kwaliteit en kwantiteit van het water. Staten moeten ecosystemen niet alleen beschermen tegen schade door fabrieken die hun afval in de rivier dumpen; ze moeten zelfs schade die is toegebracht in het verleden proberen te herstellen. Die verplichting wordt benadrukt in de SDGs:
SDG6.6: Tegen 2020 [moeten alle staten] de op water gebaseerde ecosystemen beschermen en herstellen, met inbegrip van bergen, bossen, moerassen, rivieren, grondwaterlagen en meren.
En ook kan bij SDG15 worden aangehaakt:
SDG15.1: Tegen 2020 [moeten alle staten] het behoud, herstel en het duurzaam gebruik van terrestrische en inlandse zoetwaterecosystemen en hun diensten waarborgen, in het bijzonder bossen, moeraslanden, bergen en droge gebieden, in lijn met de verplichtingen van de internationale overeenkomsten.
Het internationaal waterrecht bestaat uit internationale overeenkomsten – verdragen – en dus kan bovenstaande beschouwd worden als een verwijzing naar het internationaal waterrecht.
Hoe nu verder?
In deze bijdrage heb ik betoogd dat de SDGs ertoe oproepen om een duurzame interpretatie van het internationaal waterrecht te hanteren. Dit zou zich vooral moeten vertalen naar een duurzame interpretatie van het beginsel van redelijk en billijk gebruik van gedeelde waterlopen, en een erkenning van de noodzaak tot verdere ontwikkeling van de ecosysteembenadering in het internationaal waterrecht. We zien al een ontwikkeling, dat het waterrecht steeds ‘groener’ wordt, maar we zijn er nog niet. Er is nog genoeg te doen!