Omdat geluk ook belangrijk is op land- en wereldniveau riep de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in 2012, 20 maart uit als Wereldgeluksdag. Onderzoek heeft aangetoond dat naast geluk als een persoonlijke ervaring, het ook een kwestie van volksgezondheid, wereldeconomie en nationaal welzijn is. Ter gelegenheid van Wereldgeluksdag publiceerde de V.N. op 15 maart het (jaarlijkse) World Happiness Rapport, 2018. De vijf gelukkigste landen zijn, in volgorde, Finland, Noorwegen Denemarken, IJsland, en Zwitserland. Nederland staat op een eervolle zesde plaats, net zoals in het 2017 rapport. Daarna volgen Canada, Nieuw-Zeeland, Zweden en Australië.
Zes factoren, te weten: per capita inkomen, sociale contacten, het verwachte aantal gezonde levensjaren, maatschappelijke vrijheid, goedgeefsheid en afwezigheid van corruptie verklaren bijna driekwart van de verschillen tussen de diverse landen. Voor de komende Dag van het Geluk hebben de Smurfs zich aangesloten bij de 17 Duurzame VN Ontwikkelingsdoelen, in het bijzonder doel nummer Drie: Goede gezondheid en welzijn (hashtag #SmallSmurfsBigGoals).
In de filosofie is het begrip ‘geluk’ al lang gangbaar. De Griekse wijsgeer Aristoteles (384 – 322 vóór Chr.) zag een gelukkig leven als doel van de deugduitoefening. In de negentiende eeuw was er de filosofische stroming van het Utilisme, die het grootste geluk voor het grootste aantal mensen nastreefde. Ook in de politiek is het begrip al lange tijd bekend, getuige de Grondwet van de Verenigde Staten die in de 18de eeuw, de ’pursuit of happiness’ als één van de doeleinden van het land bestempelde.
Het is evenwel nog niet zo lang geleden dat het begrip ‘geluk’ populair werd onder de westerse bevolkingen, zo kort na de Tweede Wereldoorlog. Tot dan waren de levensomstandigheden voor het overgrote deel van de bevolking van dien aard, dat je blij was te overleven of althans het hoofd boven water te houden. De zware levensomstandigheden met grote gezinnen, penibele arbeidsomstandigheden, oorlogen, frequente epidemieën en ziektes, de sociale spanningen en onzekerheid maakten van het leven geen lolletje, integendeel. Geen sprake van geluk, maar van een zware last van permanente zorgen, wat we tegenwoordig ‘stress’ noemen. Met de snelle sociaaleconomische ontwikkelingen van na de oorlog kreeg het begrip geluk meer aandacht.
De Universele Rechten van de Mens (1948) bevestigen dat iedereen recht heeft op geluk, voor zichzelf en zijn naasten. Maar geluk is moeilijk alleen op zichzelf te krijgen. En het vormt een drietal, samen met welvaart en welzijn. De laatste twee zijn in belangrijke mate gebaseerd op de bevrediging van basisbehoeften. Een soort piramide, waarbij geluk voor een groot deel afhangt van de andere twee. Geluk is een bijproduct van wat men doet. Het stellen van doeleinden en ze metterdaad realiseren, brengt voldoening en geluk. Zoals een spreekwoord zegt: ‘Geluk is een reis, geen bestemming, een proces, geen doel!’ Geluk in onze cultuur verlengt het leven van gezonde mensen met zo’n zeven en een half tot tien jaar, doordat ze minder stress ervaren. Gelukkige mensen hebben meer kans om getrouwd te raken en succesvolle huwelijken te hebben. Ze hebben meer vrienden, zijn productiever op het werk en verdienen meer.
De verschillen in duurzaam geluk tussen mensen worden voor zo’n vijftig procent bepaald door erfelijke eigenschappen. Levensomstandigheden bepalen voor rond tien procent het gelukniveau. Op de andere veertig procent heb je, door je denken en doen, dus wel invloed. ‘Gelukkig zijn‘ kun je tot op zekere hoogte leren. De succesvolste therapievorm is de cognitieve therapie, die ervan uitgaat dat je door je denken je emoties kunt bijsturen. Positief psycholoog Barbara Frederickson adviseert het aantal positieve ervaringen in je leven op te voeren in verhouding tot de negatieve. Als je drie of meer positieve ervaringen tegenover één negatieve hebt, ga je floreren! Klaar staan voor de medemens is voor velen zo’n sterke positieve ervaring. De Dalai Lama, internationaal gerenommeerd ethicus, stelt dat compassie met anderen essentieel is voor een voldoening gevend leven. Alleen maar aan jezelf denken, maakt ongelukkig.
De Hongaars-Amerikaanse psycholoog Mihály Csíkszentmihályi kwam na uitvoerig onderzoek tot de conclusie dat mensen zich het gelukkigst voelen als ze bevlogen (in flow) zijn, een mentale staat waarin ze uiterst geconcentreerd zijn, zich uitgedaagd voelden, ego en tijd vergeten en voldoening halen uit de activiteit waar ze mee bezig zijn. En na afloop het gevoel te hebben iets geleerd te hebben en gegroeid te zijn.
In december afgelopen jaar verscheen het rapport ‘De sociale staat van Nederland’ van ons Sociaal-Cultureel Planbureau (SCP). In vierhonderd bladzijden wordt beschreven hoe het met ons gaat. Samenvatting: het gaat heel goed met ons. Een paar gelukbevindingen van de onderzoekers:
– Nederlanders geven het leven een 7,8 als rapportcijfer. We zijn gelukkiger dan in 2004
– De kwaliteit van leven is in vergelijking met andere Europese landen hoog; alleen in de Scandinavische landen en Zwitserland is die iets beter
– Nederland is in Europees perspectief een tevreden natie. Nederlanders zijn positief over hoe het gaat met het land, opvallend positief over de nationale politiek en meer dan gemiddeld vóór Europa
– Nederlanders rapporteerden in 2014 de minste criminaliteit sinds jaren. In 2014 geeft 8% minder Nederlanders aan zich wel eens onveilig te voelen, vergeleken met 2010
– We zijn vooral trots op onderwerpen in de sfeer van samenleven en normen en waarden: vrijwilligerswerk, beleefdheid, saamhorigheid, mantelzorg en vrijgevigheid bij rampen.
Alsof dit allemaal nog niet genoeg is als klap op de vuurpijl: hondenpoep is de grootste bron van fysieke overlast. Zo goed gaat het dus met ons!
Unicef: Nederlandse kinderen zijn het gelukkigst
Volgens onderzoek van Unicef scoort Nederland het hoogst wat betreft het welzijn van kinderen in een vergelijkende studie van de 29 meest ontwikkelde landen.
Volgens Unicef gaf liefst 95 procent van de Nederlandse kinderen zelf aan ook tevreden te zijn over hun leven.
Objectief gemeten en door velen subjectief beleefd, is Nederland dus een gelukkig land. En op basis van langere verblijven in een aantal Afrikaanse landen, Europa en de Verenigde Staten kan ik daar volledig mee instemmen. We hebben als mens natuurlijk altijd wel een wens en een klacht maar zolang het niet veel erger is dan een hondenpoep, kunnen we in onze handjes klappen. En maar beter hoogst dankbaar zijn voor de gunstige omstandigheden, want dankbaarheid is een belangrijk ingrediënt in gelukvorming: een heilzame cirkel!