Achtergrond
Geweld tegen vrouwen is een aantasting van een mensenrecht en een gevolg van discriminatie, evenals van voortdurende ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Dit geweld heeft invloed op, en belemmert, voortgang op veel terreinen, inclusief uitroeiing van armoede, bestrijding van HIV/AIDS en vrede en veiligheid.
Geweld tegen vrouwen en meisjes is niet onvermijdelijk. Het voorkomen ervan is zowel mogelijk als belangrijk.
Vrouwenactivisten hebben sinds 1981, 25 november als een dag tegen geweld aangewezen. Op die datum werden in 1960 de drie zussen Mirabal, politieke activisten in de Dominicaanse Republiek, op last van de dictator Trujillo op brute wijze vermoord.
In december 1993 keurde de Algemene Vergadering van de V.N. de Verklaring over de Uitroeiing van Geweld tegen Vrouwen goed, terwijl dezelfde Vergadering in 1999 25 november als de Internationale Dag daarvoor uitriep.
Feiten
Geweld tegen vrouwen en meisjes is een van de meest wijdverspreide, aanhoudende en verwoestende aantastingen van de mensenrechten in de wereld van vandaag. Het is de meest extreme vorm van discriminatie.
- Schattingen geven aan dat wereldwijd 35 % van vrouwen of fysieke en/of seksueel geweld van een intieme partner of seksueel geweld door een niet-partner in de loop van hun leven hebben meegemaakt. Sommige nationale studies geven aan dat tot 70% van vrouwen fysiek of seksueel geweld van een intieme partner in hun leven hebben meegemaakt.
- Vrouwen die fysiek of seksueel misbruikt zijn door hun partner hebben een twee maal zo grote kans op abortus, bijna twee maal zoveel kans op depressie en in sommige streken anderhalf maal zoveel kans om HIV/AIDS op te lopen, vergeleken met vrouwen die geen geweld van hun partner ondervonden.
- Over psychologisch geweld zijn weinig gegevens beschikbaar en er bestaat een grote variatie in de meting ervan tussen landen en culturen. Onderzoeksresultaten geven evenwel aan dat het veel voorkomt. Drie en veertig procent van de vrouwen in de Europese Unie hebben een of andere vorm van psychologisch geweld van een intieme partner meegemaakt in de loop van hun leven.
- Geschat wordt dat van alle vrouwen die wereldwijd in 2012 vermoord werden, bijna de helft door een intieme partner of familieleden van het leven werd beroofd, vergeleken met minder dan 6 procent voor mannen in datzelfde jaar.
- Volgens een onderzoek in 2016 is meer dan één op de vier vrouwen in Washington D.C. (V.S.) op de een of andere manier seksueel lastig gevallen in het openbare vervoer
- Wereldwijd zijn er bijna 750 miljoen vrouwen en meisjes in leven die vóór hun achttiende getrouwd zijn. Kinderhuwelijken komen meer voor in West en Centraal Afrika, waar meer dan vier op de tien meisjes voor hun achttiende verjaardag getrouwd zijn en één op de zeven zelfs voor hun vijftiende verjaardag. Kinderhuwelijken leiden vaak tot voortijdige zwangerschappen en sociaal isolement, tot het onderbreken van scholing, het beperken van kansen en het verhogen van het risico op huiselijk geweld. Rond de 120 miljoen meisjes wereldwijd (iets meer dan 1 op 10) hebben gedwongen geslachtsverkeer of andere gedwongen seksuele handelingen ervaren op enig moment in hun leven.
- Verreweg de meeste plegers van seksueel geweld tegen meisjes zijn vroegere echtgenoten, partners of vrienden. Tenminste 200 miljoen vrouwen en meisjes die vandaag leven in de dertig landen met representatieve gegevens, hebben vrouwenbesnijdenis ondergaan; het merendeel van de meisjes is besneden vóór de leeftijd van vijf jaar.
- Volwassen vrouwen vertegenwoordigen 51% van alle slachtoffers van mensenhandel wereldwijd. Vrouwen en meisjes samen vertegenwoordigen 71%, waarbij meisjes drie van de vier kinderslachtoffers zijn. Bijna drie van de vier verhandelde vrouwen en meisjes worden verhandeld met het oog op seksuele uitbuiting.
- Eén op de tien vrouwen in de Europese Unie hebben cyber-pesterij meegemaakt sinds de leeftijd van 15 jaar (inclusief het ontvangen van ongewenste, beledigende seksueel expliciete e-mails of SMS berichten, of beledigende, ongepaste toenaderingen op sociale netwerken). Het risico is het grootst onder jonge vrouwen tussen 18 en 29 jaar.
- Volgens een onderzoek onder de jeugd in vier continenten zijn er naar schatting zo’n 246 miljoen meisjes en jongens die ieder jaar geweld ervaren op school; één op de vier meisjes zegt dat ze zich niet op hun gemak voelen bij het gebruik van schooltoiletten.
- In een onderzoek op 27 universiteiten in de V.S. in 2015 gaf drie en twintig percent van vrouwelijke undergraduate studenten aanrandingen, pogingen daartoe of ander seksueel wangedrag meegemaakt te hebben.
- In het overkoepelend syntheserapport van het 2007 – 2010 onderzoek ‘Huiselijk Geweld in Nederland’ concluderen Van der Veen en Bogaerts voorzichtig dat jaarlijks ongeveer 200.000 volwassenen slachtoffer worden van evident huiselijk geweld. Dit is een ruwe indicatie van evident huiselijk geweld, waarbij incidenten in de huiselijke kring niet werden meegerekend. Het cijfer heeft dus betrekking op de meer ernstige gevallen van geweld. Ongeveer 50% van de respondenten had nooit te maken met een voorval van huiselijk geweld en 40% van de respondenten had de afgelopen vijf jaar te maken met lichtere voorvallen of ernstiger voorvallen die zich meer dan vijf jaar geleden voordeden. Ruim 9% was de laatste vijf jaar slachtoffer van evident huiselijk geweld.
Kwetsbare groepen
Beschikbare gegevens suggereren dat bepaalde kenmerken van vrouwen, zoals seksuele geaardheid, handicap status, etnische afkomst en omstandigheden zoals humanitaire crises, de kwetsbaarheid voor geweld doen toenemen. In 2014 gaf 23 percent van niet-heteroseksuele vrouwen (lesbisch, biseksueel of anders) in de Europese Unie in een onderzoek aan dat ze fysieke en/of seksueel geweld was aangedaan door zowel mannelijke als vrouwelijke plegers, vergeleken met vijf percent bij heteroseksuele vrouwen. In een onderzoek van 3.706 lagere schoolkinderen in Oeganda meldde 24 percent van 11 – 14 jarige meisjes seksueel geweld op school ondergaan te hebben, vergeleken met 12 percent bij niet-gehandicapte kinderen.
De Verenigde Naties hebben op veel sociaaleconomische terreinen, onder meer kinderen, ouderen, gehandicapten, grote bijdragen geleverd in bewustwording en het vinden van oplossingen. Op het gebied van vrouwenemancipatie is die bijdrage extragroot geweest en nog steeds.
Genderongelijkheid blijft wereldwijd voortduren. Het bereiken van gendergelijkheid en het mondig maken van vrouwen en meisjes zal grotere inspanningen vergen om diepgewortelde genderdiscriminatie tegen te gaan, gestoeld als die vaak is op patriarchale houdingen en ermee gepaard gaande sociale normen.
Tekort aan geld
Eén van de grootste uitdagingen bij inspanningen om geweld tegen vrouwen en meisjes te voorkomen en uit te roeien is het aanzienlijke tekort aan financiën. Strategieën zoals de Duurzame Ontwikkelingsdoelen, die specifieke doelen hebben voor het uitroeien van geweld tegen vrouwen en meisjes, zijn veelbelovend, maar moeten wel voldoende gefinancierd worden om betekenisvolle veranderingen tot stand te brengen. Dit jaar was daar goed nieuws over omdat de Europese Unie en de Verenigde Naties een gezamenlijk programma hebben gelanceerd, ‘Spotlight’, om geweld uit te roeien.
Een ander initiatief dat geholpen heeft om deze gesel voor het voetlicht te brengen is ‘Unite (Verenig) to end violence against women Initiative’, gelanceerd in 2008 door de toenmalige Secretaris-Genetraal Ban Ki-moon. Het 2017 thema daarvan luidt ‘Leave no one behind’ (Laat niemand achter). Het is een zestiendaagse activiteit tegen gender discriminatie, die erop gericht is publieke bewustwording tot stand te brengen en mensen te mobiliseren voor verandering. Die 16 dagen gaan van 25 november tot 10 december, welke laatste de Dag van de Mensenrechten is. De campagne nodigt uit ‘to Orange the World’ (de wereld oranje kleuren), de kleur die ‘Unite’ heeft uitgezocht om een betere wereld zonder geweld te symboliseren. Het logo staat hieronder.
Dat u moge bijdragen en leven in een heldergekleurde oranje wereld!